Vaak hoort men personen vertellen dat zij hun waarachtige roeping of zelfs hun heil hebben gevonden dankzij een ongeval, een zware ziekte of een grote tegenslag. Nochtans dachten zij eerst dat alles verloren was en waren zij wanhopig en opstandig. Het spreekt vanzelf dat sommige beproevingen verschrikkelijk zijn en dat wij niet aan het leed kunnen ontkomen. Maar waarom zouden we er niet onmiddellijk denken dat later, aan het einde van die beproevingen, het geluk ons toelacht? Waarom zoveel tijd verliezen met wanhopen en revolteren?