Wanneer het erop aankomt je aan de anderen voor te stellen in de maatschappij, ben je onberispelijk: je gebaren, je woorden, je gelaatsuitdrukking, je klederen, alles is perfect. Maar wanneer je alleen bent en niemand je bekijkt, is het anders, en geef je blijk van een wanordelijk gedrag, zonder te denken aan heel het volk van je cellen dat jou gadeslaat. Op dat moment denkt dat volk: ‘Heel goed, aangezien dit het voorbeeld is dat onze meester ons geeft, gaan wij hem nabootsen en hij zal eens wat beleven!’ En dat volk schept op zijn beurt wanorde in jou, in je fysiek en psychisch organisme.
Als je daarentegen weet hoe je je moet gedragen tegenover dat volk van je cellen, is het in staat wonderen te doen. Door een geduldig en verstandig werk, kan de mens sommige lichtende entiteiten in zich aanzienlijk versterken, en hun de mogelijkheden geven hun macht te openbaren. De mens zelf is misschien zwak, maar deze entiteiten zijn machtig, en dankzij hen is hij in staat om overal schepselen te verlichten en de komst van het Koninkrijk van God voor te bereiden.