Een man en een vrouw ontmoeten elkaar, zij vallen bij elkaar in de smaak en zij beslissen samen te blijven, en zij beelden zich in dat zij op die manier de leegte zullen opvullen die zij in zichzelf voelen. In werkelijkheid weten zij niet dat deze aantrekkingskracht, die hen naar elkaar drijft, geen oppervlakkige behoefte is die gemakkelijk bevredigd kan worden. Nee, het is de uitdrukking van een kosmisch fenomeen, dat in de eerste plaats hun ziel en hun geest aangaat.
Daarom moet de vereniging van man en vrouw eerst boven plaatsvinden, in de goddelijke wereld, in de wereld van het licht. Slechts daarna kan zij plaatsvinden op fysiek vlak; ja, op dat ogenblik zullen zij de volheid beleven en deze volheid zal scheppingen van een ongelooflijke schoonheid tot stand brengen.