De mens kan geen geluk en vrede proeven, zolang de hiërarchie in hem niet geëerbiedigd wordt. Als de maag de plaats inneemt van de hersenen, spreekt het vanzelf dat hij zal denken met de maag en dat zal niet geweldig zijn!... Je hebt vast wel eens gezien wat er gebeurt in een orkest voor de komst van de dirigent: alle muzikanten lopen heen en weer, praten met elkaar, stemmen hun instrumenten – het is een grote kakofonie. Maar zodra de orkestleider – het hoofd – aankomt, wordt het stil, ieder neemt zijn plaats in en daarna zijn er klanken te horen die het publiek in verrukking brengen. Dat is zo, omdat iedereen op zijn plaats zit, weet wat hem te doen staat en het ook doet.
Om de hiërarchische orde in ons te vestigen, is het nodig dat niet de verlangens en de passies heersen, maar de wijsheid, de redelijkheid en boven hen nog – aan het hoofd – de Geest van God. Wij moeten dus bidden en smeken tot dat hoofd, de Geest van God, zijn intrek te nemen in ons. Want op dat ogenblik zal de goddelijke hiërarchie hersteld worden en zal alles in ons harmonieus en muzikaal zijn.