In het dagelijks leven kwellen of verscheuren de mensen elkaar om het minste. Hun bewustzijnsveld is zo beperkt en bekrompen dat niets hun belangrijker lijkt dan hun zorgen, hun ambities, hun liefdes, hun ruzies. Ze zien niet eens de oneindigheid van de hemel boven zich, heel die oneindige ruimte, die hun zou toestaan hun grenzen te verleggen en een beetje te ademen, als ze hun ogen tenminste naar de hemel zouden willen opslaan.
Door aan het oneindige te denken, aan de eeuwigheid, zouden zij beginnen te voelen dat zij boven alles verheven zijn, dat niets hen meer kan raken, geen enkel verdriet, geen enkele droefheid, geen enkel verlies, omdat een ander bewustzijn in hen ontwaakt. Zij zullen de dingen helemaal anders beoordelen en ervaren.

De vier seizoenen komen voor in ons leven. De lente gaat heel vlug voorbij, de zomer is onstuimig en woelig door hartstochten. In de herfst komt alles tot rust, het is de beste periode waarin de mens die eindelijk zichzelf meester is, ook in staat is om vruchten te geven. De winter is het seizoen van de koude, de versobering. Uiteraard is de winter niet absoluut slecht, alles hangt af van de manier waarop de mens tijdens de vorige seizoenen geleefd heeft. Men kan zeggen dat de winter de waarheid voorstelt. De kindertijd (de lente) is het leven; de jeugdjaren (de zomer) de liefde; de rijpheid (de herfst) is de wijsheid; en de oude dag (de winter) de waarheid… de droevige waarheid voor velen, helaas! Want op het ogenblik dat zij naar de overkant moeten vertrekken, kunnen zij zich geen illusies meer maken.
Zo zie je dus: het leven, de liefde, de wijsheid en de waarheid... het is bijzonder interessant vast te stellen, hoe de vier seizoenen overkomen met de verschillende leeftijden van de mens. 

Hoeveel mensen zeggen niet: ‘Ik doe moeite, maar waartoe dient het, want overal geldt de wet van het egoïsme en de sterkste! In de oceanen eten de vissen elkaar op, in de wouden verslinden de roofdieren elkaar, en in de samenleving ziet men overal niets dan egoïsme, geweld en wreedheid. Waarom moet ik een uitzondering zijn? Laten wij liever vechten met klauwen en tanden, rake klappen uitdelen en op die manier zullen wij slagen…’
Dat is allemaal waar, maar de redenering van die mensen berust volledig op wat zij op aarde zien en dat stelt slechts de helft van de waarheid voor. Indien zij de Hemel een blik zouden gunnen, zouden zij zien dat er ook nog de zon is, en de zon is de andere helft van de waarheid. Terwijl de dieren en de mensen alleen maar verslinden, opslokken, plunderen en nemen, doet de zon niets anders dan schitteren, stralen, uitdelen en geven. Waarom? Opdat wij zouden beschikken over het leven, de warmte en het licht. Zouden wij nog in leven zijn, als er geen andere wet bestond, de wet van de liefde en het offer, die geen wet van de aarde is maar van de zon? Neen. Welnu, als je ontmoedigd wordt door al wat je op aarde ziet, denk dan aan de zon, aanvaard haar wetten en je zult opnieuw moed vatten.  

Vogels zijn het eindpunt van de evolutie van sommige reptielen. Hoe is deze evolutie tot stand gekomen? Misschien kropen er tussen de reptielen enkele individuen rond die ondernemender, moediger en nieuwsgieriger waren, die het voorbeeld hebben gegeven, en sommige hebben hen gevolgd: uiteindelijk zijn zij begonnen met vliegen... Terwijl de anderen lui, bang en zonder ambitie waren, zodat zij op de grond bleven.
Hetzelfde doet zich voor bij de mensen: door de geschiedenis heen heeft men altijd een minderheid gezien die bereid was diegenen te volgen, die hen naar nieuwe wegen leidden, terwijl de anderen, de meerderheid, ter plaatse bleef. Er zijn altijd pioniers en durvers geweest en dankzij de durvers gaat de mensheid vooruit. Het hangt van de goede wil, het bewustzijn, de intelligentie van ieder van ons af, of we deze durvers volgen, om te veranderen en vogels te worden, om vrij te zijn.

Eenzaamheid is het ergste leed dat de mens kan doorstaan in de loop van zijn bestaan. Daarom zoekt iedereen de persoon waarmee hij gedachten en gevoelens kan uitwisselen, een wezen waarop hij kan steunen. Maar het is moeilijk het wezen dat men zoekt, te vinden.
Hoeveel boeken hebben al een uitleg gegeven aan die angst, die pijn die voortspruit uit het onvermogen een zusterziel te ontdekken, waarmee men alles deelt! Want het hart van de mens kan slechts definitief en volledig vervuld worden door God. Wie de eenzaamheid wil overwinnen en iedere dag wil voelen dat hij niet alleen is, maar omringd wordt door onzichtbare wezens, zodat hij vervuld wordt door een immense aanwezigheid van vreugde en geluk, moet zich met God verenigen. Maar hij moet zich verenigen met God als openbaring, dat wil zeggen zich verenigen met de goddelijke wijsheid, liefde en waarheid. Voor wie de liefde in zijn hart plaatst, de wijsheid in zijn hoofd en de waarheid in zijn wil, bestaat de eenzaamheid niet meer.