Zolang de mensen hun vertrouwen stellen in materiële verwezenlijkingen, zullen zij ontgoocheld worden: want deze aanwinsten zijn omwille van hun aard zelf niet duurzaam. Zij zouden deze dus beter een beetje links moeten laten liggen en aan het werk gaan, om het meest ontoegankelijke Wezen, God Zelf, te bereiken, of hun hoger ik, opdat het zich in hen zou komen openbaren… Want dan zullen zij waarachtige realisaties tot stand brengen, innerlijke realisaties in het bewustzijn, die onmiddellijk tot stand komen en duurzaam zijn.
Om tot zulke verwezenlijkingen te komen, moet je je concentreren op een subliem ideaal, waarvan je op voorhand weet dat het zich nooit zal materialiseren op fysiek vlak, maar inwendig zul je die realisatie voelen, je zult ze ogenblikkelijk beleven en zij zal je nooit verlaten.
Als je erin slaagt je hoger ik de eerste plaats te geven in jezelf, neem je reeds deel aan het kosmisch werk van Christus, van God Zelf. Ja, het is iets mysterieus: een activiteit die zich ontplooit in een andere sfeer en vaak zelfs zonder dat je het weet.
Wanneer je in beslag genomen wordt door je dagelijkse taken, weet je niet wat je geest in jou uitricht. Wanneer je brein voldoende ontwikkeld zal zijn, zul je je op een dag misschien bewust worden van het werk dat je geest doet in het universum. Voor het ogenblik is het belangrijkste dat je de band met hem herstelt. Dat moet juist je enige zorg zijn gedurende de meditaties: je inwendige bewoners tot rust brengen, om je te herenigen met je hoger ik, dat de kwintessens van God Zelf is.
Men zegt dat de uitverkoren wezens een kenteken dragen op het voorhoofd. En dat is waar, maar het is geen kenteken dat door een zichtbaar of onzichtbaar wezen van buitenaf kan worden aangebracht. De mens zelf brengt dit teken aan op zijn voorhoofd door zijn werk, door zijn spirituele verheffing.
Want hoe vaak heb ik jullie al gezegd dat alles geregistreerd wordt en dat onze handelingen, onze gevoelens en gedachten sporen achterlaten, niet alleen rond ons, maar ook en vooral in ons. Heel ons wezen wordt doordrongen, gemaakt en gevormd door de uitingen van ons psychische leven. Ja, dat is een wet: telkens als wij blijk geven van goedheid, rechtvaardigheid, geduld, liefde..., worden deze deugden in ons opgetekend en niet alleen vanbinnen, maar zij scheppen rond ons een soort magnetisch veld, dat uit de ruimte heilzame krachten aantrekt die ons beschermen.
Tegenwoordig onderwijst men iedereen, zelfs de meest primitieve volkeren en men kan er niet omheen dat dit onderwijs gepaard gaat met onrust en oproer. Hoe komt het dat de kennis en de intellectuele ontwikkeling, die nochtans op zich waardevol zijn, de oorzaak vormen van zoveel oorlogen en ellende?
In feite is de kennis niet de oorzaak, maar de aard van de kennis. Wanneer men de ogen van de mensen opent, zien zij in de eerste plaats sociale ongelijkheid: de anderen zijn rijk en machtig, terwijl zijzelf arm en zwak zijn, dus spreekt het vanzelf dat opstandigheid en jaloersheid in hen wakker worden. Zij verlangen allerhande zaken, die zij voorheen nooit verlangden en omdat zij niet weten hoe ze die kunnen verwerven, nemen zij hun toevlucht tot de eenvoudigste manier: het geweld. Je zult zeggen: ‘Ja, maar moet men de mensen dan in onwetendheid en duisternis laten leven?’ Nee, de Ingewijden zijn geen voorstander van onwetendheid, maar evenmin van kennis die de mens niet wakker maakt voor de verlangens van de ziel en de geest.
De hogere liefde is een bewustzijnstoestand, waarin alle mensen ooit moeten leren leven. Deze bewustzijnstoestand kan niet beschreven worden en men kan hem evenmin uitleggen aan wie niet klaar is voor de beleving ervan. Al wat men kan doen, is trachten de mens er geleidelijk naartoe te brengen.
Deze bewustzijnstoestand staat de mens toe zich inwendig verbonden te voelen met het universum. Hij is dan als een instrument dat in eenklank trilt met al wat bestaat, hij voelt een diepe vrede en vooral een grenzeloze welwillendheid jegens alle wezens. Hij weet niet waar die goede gesteldheid vandaan komt, maar voelt gewoon dat ze heel zijn wezen overspoelt en hem ertoe aanzet zich met liefde en begrip te openbaren. Hij ziet de natuur en de mensen in een nieuw daglicht en hij is gelukkig.