Alleen het werk telt en als de discipel het echte werk heeft gevonden, stopt hij niet meer. Ik herinner mij dat Meester Peter Deunov de gewoonte had de volgende drie woorden te herhalen: ‘Rabota, rabota, rabota. Vrémé, vrémé, vrémé. Véra, véra, véra...’ Dat wil zeggen: ‘Het werk, het werk, het werk. De tijd, de tijd, de tijd. Het geloof, het geloof, het geloof...’
Nooit heeft hij mij uitgelegd, waarom hij deze drie woorden herhaalde, maar het heeft me sterk beziggehouden en ik heb begrepen dat hij in deze drie woorden een hele filosofie had samengevat. Inderdaad: het werk, maar ook het geloof dat noodzakelijk is, om eraan te beginnen en het vol te houden, en vooral de tijd. Er is tijd nodig. Het volstaat niet vurig naar iets te verlangen, om het snel te realiseren. Jazeker, nu weet ik wat ‘vrémé’ is. Jaren en jaren zijn voorbijgegaan, en nu zie ik wat ‘vrémé’ werkelijk betekent. 

Het kruis is een symbool dat wij nooit helemaal zullen kunnen doorgronden. Naast veel andere interpretaties kan men er een voorstelling van het menselijk wezen in zien: een synthese van de twee principes, het mannelijke – de geest en het verstand – en het vrouwelijke – de ziel en het hart.
De vereniging van deze twee principes veroorzaakt een beweging. Ja, wanneer men de gedachte bij het gevoel voegt, wordt de beweging geboren, dat wil zeggen de actie. Wanneer men het kruis in beweging brengt, maakt het een cirkel, de zon; hoe intenser de beweging wordt, hoe sterker de zon schittert. De zon verenigt de twee principes, zij is het kruis in beweging.  

Ons heden is het resultaat van ons verleden. En daarom hebben wij bijna geen enkele macht over het heden: het is immers het logisch gevolg en vervolg van het verleden.
De gedachten, gevoelens en verlangens die wij hebben gehad in onze vroegere incarnaties, hebben in het universum krachten en machten van dezelfde aard ontketend, waardoor onze kwaliteiten, zwakheden en de gebeurtenissen van ons huidige leven werden bepaald. Daarom is het bijna onmogelijk in de loop van deze incarnatie zaken te veranderen, die reeds door ons vroegere leven werden vastgelegd. Het enige dat in onze macht ligt, is de toekomst voor te bereiden. En dat is juist wat de Ingewijden aan de leerlingen leren, die in hun scholen komen. 

Alvorens te huwen heeft men het recht een keuze te maken, maar wanneer men gehuwd is, heeft men niet het recht vier- of vijfmaal van partner te veranderen. Eenmaal gehuwd, moet men trouw zijn. Voordat je een Meester volgt, heb je op dezelfde wijze het recht na te denken, de vraag te bestuderen, zelfs wantrouwig te zijn; het is normaal dat je je afvraagt, of die Meester beantwoordt aan je mentaliteit, je aspiraties en je ideaal, of zijn onderricht geschikt is voor je diepere natuur. Maar zodra je je verbonden hebt met een Meester, is het heel slecht voor je evolutie hem niet trouw te blijven.
Hoe wil je innerlijk iets duurzaams en stabiels opbouwen, als je van hot naar her loopt, al naargelang je grillen of je nieuwsgierigheid? De spirituele ervaring bestaat niet uit een reeks ontmoetingen, die men heeft: nu eens met een Hindoe Meester, dan weer met een Soefi Meester, een andere keer met een Zen Meester, enz. De spirituele ervaring is een spoor dat men in zichzelf trekt, en dat men voortdurend verdiept. Welnu, wat kan men verdiepen, als men voortdurend van gids of richting verandert?  

Zelfs als een misdadiger erin geslaagd is te ontsnappen, wordt zijn geweten toch voortdurend gekweld door onrust. Misschien heeft iemand hem gezien, misschien heeft hij sporen achtergelaten die hem zullen verraden, enz. Hij heeft bepaalde processen op gang gebracht, die nu weerspiegeld worden in zijn geweten en hij kan niet meer gerust zijn.
Het is dus duidelijk dat je vrede verstoord wordt, zodra je een oneerlijke daad pleegt, want je geweten ontvangt van alle kanten onrustwekkende beelden. De schuldige mens die zijn geweten wil sussen, slaagt daar niet in, want dat hangt niet af van zijn geweten dat enkel de realiteit van zijn gedrag weerspiegelt, maar van de schuld die blijft bestaan. Zolang deze mens zijn fouten niet hersteld heeft, zal zijn geweten niet gerust zijn.