Iedereen beluistert muziek, maar weinig mensen weten hoe ze muziek kunnen beluisteren, om vanbinnen spirituele centra wakker te maken, om zich in de ruimte te projecteren, om zich te verheffen, te veredelen, te zuiveren of zelfs problemen op te lossen. Wanneer je een stuk beluistert, moet je in de eerste plaats weten wat het voorstelt: is het een goede of een slechte kracht, waarmee kan het vergeleken worden, lijkt het op de wind, de donder, een bergrivier die zich in de diepte stort, doet de muziek denken aan elektriciteit, aan warmte?
Welke kracht ook uitgezonden wordt, men kan deze benutten. Als het de wind is, beeld je dan in dat je met volle zeilen op een boot vaart. Is het elektriciteit, dan kun je spirituele toestellen aanzetten, enz. De muziek is een kracht. Iedere klank produceert vibraties, die volgens hun aard in ons bepaalde impulsen opwekken en wij kunnen deze leren gebruiken.
Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven.’ Voor een Ingewijde is dat een duidelijk beeld, namelijk dat van een rivier die van de berg stroomt. ‘De weg, de waarheid, het leven’: de weg is de rivierbedding, het leven is het water dat door deze bedding stroomt en de waarheid is de Bron waar het leven ontspringt. Wij kunnen het nog anders vertalen: de weg waarlangs het leven stroomt en die ons toelaat omhoog te gaan tot aan de Bron is de wijsheid. En het leven, dat wil zeggen het water dat de stenen en de planten besproeit, dat de dorst van dieren en mensen lest, is de liefde.
Jezus wilde dus zeggen: ‘Ik ben de weg van de wijsheid, ik ben de liefde die het goddelijk leven ter wereld brengt en ik ben de bron van de waarheid, waar dat leven ontspringt.’ Het water is het symbool van het leven, van de liefde. Alle krachten, alle energieën die in de natuur stromen, worden voorgesteld als water, een vloeistof die besproeit, verfrist en het leven in stand houdt. Het beeld van de bron en de rivier stemt overeen met iets in het spirituele leven, en dat is juist ons Onderricht dat gebaseerd is op liefde (het water), op wijsheid (de rivierbedding) en op waarheid (de bron). Iedere dag kunnen wij deze oefening doen: met de gedachte drinken van de rivier die van de bergtoppen stroomt en ons laven aan de zuivere, kristalheldere liefdesbron.
Wanneer men er niet tegen opgewassen is, zijn zelfs de beste lasten verpletterend. Alleen al om het gewicht van de kennis te dragen, moeten de hersenen van de mens voorbereid zijn, anders stort hij in. Verlang dus naar het licht, in plaats van altijd kennis te begeren, want het licht weegt niets; het staat boven de kennis en het brengt je bovendien kennis.
Zoals de zon de voorwerpen verlicht, worden de voorwerpen van de onzichtbare wereld zichtbaar door de stralen die je uitstuurt met je geest. Op die manier kun je geleidelijk de psychische wereld kennen en de hersenen krijgen ook de tijd zich te versterken. Wanneer de hersenen echter bruusk een grote hoeveelheid kennis moeten slikken, kun je ze vergelijken met een planken vloer, die het uiteindelijk begeeft door een te zware last.
Hoeveel mensen zeggen tegen zichzelf: ‘Ha, wat is de Inwijdingswetenschap toch prachtig, men voelt dat zij de oplossing kan brengen voor onze problemen, maar wij hebben geen tijd om te studeren of oefeningen te doen: het gezin, het werk, de relaties... Wij zijn overladen.’ En op die manier voelen zij zich gerechtvaardigd. Maar in feite zouden zij zichzelf niet in een situatie geplaatst hebben die hen zo beperkt, als ze over intuïtie beschikten, indien zij als ziel verder gevorderd zouden zijn. Zij hebben te veel verplichtingen op zich genomen, omdat zij in hun vorige incarnaties niet de noodzakelijke evolutie hebben doorgemaakt, om nu te kunnen genieten van heel die formidabele wetenschap.
Waarom hebben sommigen zich van kindsbeen af voorbereid en gevoeld dat zij zich moesten vrijhouden, om een ideaal te dienen? Omdat zij vanbinnen een vage herinnering aan het verleden meedroegen, of omdat zij een belofte hebben gedaan aan de goddelijke entiteiten, alvorens te reïncarneren. De anderen achten zich altijd gerechtvaardigd weg te zinken in de materie. Zij zeggen: ‘Wat wil je, ouwe jongen, zo is het leven!’ Nee, het leven is wat men ervan maakt en als sommigen zozeer in beslag worden genomen door hun zaken, komt dat omdat zij zich innerlijk niet hebben kunnen bevrijden.
Met welk werk de Voorzienigheid of het lot je ook belast heeft, je moet je inspannen, om het zo goed mogelijk te volbrengen. Als je dat werk weigert of het slordig uitvoert, omdat je het zogezegd beneden je waardigheid vindt, stop je met evolueren en later zul je verplicht zijn terug te keren om alles te verbeteren en te herstellen. Op dat ogenblik zul je vaststellen hoe moeilijk het is een werk opnieuw te beginnen, waarvan men veronderstelde dat het al afgelopen was.
Wanneer wij op aarde lijden en ons moeten verweren tegen allerlei moeilijkheden, komt dat juist omdat wij ons werk opnieuw moeten beginnen. De Hemel heeft ons teruggestuurd om onze fouten te herstellen, om ons te tonen dat wij nog niet kunnen werken zoals het hoort en dat wij dus nog moeten bijleren. Dat is de betekenis van onze opeenvolgende reïncarnaties. Als wij weigeren deze lessen te begrijpen, stuurt men ons terug en het wordt moeilijker en moeilijker onze fouten te herstellen.