Je hebt een hoog ideaal en je stelt vast dat je het niet kunt realiseren, het is te moeilijk, je voelt je niet tegen je taak opgewassen. Dan zeg je: ‘Het loont de moeite niet verder te gaan, het is dwaas zo hardnekkig vol te houden, ik heb jaren verloren met het voeden van een ideaal dat niet verwezenlijkt kan worden. Iedereen vindt mij belachelijk. In mijn omgeving zijn allen geslaagd en leven in materiële welstand, ik ben de enige die nog wacht op het resultaat van mijn inspanningen; nu is het afgelopen, ik kap ermee.’ Op dat ogenblik verbreek je de band met de Hemel en dat is dwaas. Ondanks al je gebreken en tekorten, mag je nooit je ideaal opgeven. Hoeveel waardevolle mensen hebben hun werk gestaakt, zonder te weten dat zij hun doel bereikt zouden hebben, indien zij hadden volgehouden.
Zolang je gelooft dat je gescheiden bent van de anderen, kun je hen niet kennen. Om wezens te kennen, moet je voelen dat ze in jou leven, want zo ontstaat een band waardoor je kunt weten wat zij ervaren. Het gebeurt dat iemand in je nabijheid lijdt, maar je hebt er zelfs geen vermoeden van, want de verbinding is verbroken. Kijk eens naar een moeder: als haar kind lijdt, voelt zij het zelfs wanneer ze ervan verwijderd is, want zij blijft met het kind verbonden.
Je moet je leven grondvesten op de idee van eenheid. Wanneer je deze idee als basis neemt voor je relaties met anderen, zal alles opklaren, zul je de mensen beter begrijpen en kun je zelfs helderziend worden.
Vijanden zijn soms nuttiger dan vrienden. Ja, als je de zaken goed begrijpt, zul je zien dat zij je echte vrienden zijn. Want zij zijn onverbiddelijk, zij sparen je nooit, zij onderstrepen alles wat fout is. Je zult zeggen: ‘Maar ze overdrijven vaak!’ Inderdaad, dat is waar, maar dat geeft niets, zij dienen voor jou als microscoop, en het is soms heel nuttig over een microscoop te beschikken. Wetenschappers gebruiken deze alle dagen, waardoor zij details kunnen zien, die anders aan hun aandacht zouden ontsnappen.
Als je dus werkelijk vooruit wilt gaan, moet je het idee aanvaarden dat je vijanden vaak nuttiger zijn dan je vrienden. Zij verplichten je te werken, je te corrigeren, oplossingen te vinden voor problemen, waar zij je voor plaatsen en dankzij hen word je sterker en intelligenter.
Geleerden doen navorsingen in hun laboratoria, en dat is heel goed, maar daartoe verlaten zij de innerlijke laboratoria, die de natuur in hen heeft ingericht en waarin zij even wonderbare ontdekkingen zouden kunnen doen als in de laboratoria op fysiek gebied. Waarom moet al het wonderbare zich buiten de mens bevinden en ook niet binnen in hem?
Hoeveel mensen zeggen je: ‘Kom eens kijken naar mijn werkplaats, mijn garage, mijn fabriek…’ Maar zij zullen nooit zeggen: ‘Kom eens kijken naar wat er in mij zit’, want zij weten dat er zich in hen een hele boel wanorde en bandeloze begeerten bevinden, en dat is niet mooi om te zien, je zult er niet voor in bewondering staan.
Vier is het getal van de zuivering en daarom is het ook het getal van het leed, want het leed is vaak het enige middel tot zuivering. Wanneer je lijdt, haalt de Hemel je door de mazen van een zeef. Vier is het getal van de zuiverheid, het leed en de beperking. De beperking op lichamelijk vlak: je ziet hoezeer het vierkant een indruk van geslotenheid en zelfs gevangenzetting geeft. Vier is het getal van het leed op astraal gebied en dat van de zuiverheid op mentaal gebied.
Wij zitten opgesloten in de gevangenis van ons fysieke lichaam en wij lijden, maar wij lijden om gezuiverd te worden. Als wij eenmaal gezuiverd zijn, zullen wij vrij zijn en de gevangenis verlaten.