Twee, drie, vier keer per dag komen wij bij elkaar om samen te mediteren, te bidden en te zingen... Het zijn prachtige momenten, de beste van ons leven. Maar misschien ontbreekt er nog iets: al die energieën, al die geestdrift heeft nog geen bestemming, geen adres gekregen. Wanneer je een brief wilt versturen en je schrijft er geen adres op, zal hij nooit aankomen. Je moet er een adres op schrijven en op dat ogenblik – zelfs als je de brief op straat verliest – zal iemand hem vinden en posten. Op dezelfde wijze moeten de spirituele energieën die wij uitsturen, een adres krijgen. Zij moeten geconcentreerd worden en gericht worden op een doel, anders komen zij terecht in het grote kosmische bekken, waar zij verspreid worden zonder veel resultaat op te leveren.
Op intellectueel, affectief en fysiek vlak hebben allen een bezigheid, maar deze activiteit is versnipperd, ze is niet in één richting geconcentreerd en daarom heeft zij niet veel effect. Om resultaten te behalen is er slechts één middel: de concentratie van de energieën op één doel.

Hoe groeit een pompoen? Eerst hangt zij aan een heel klein stengeltje dat je gemakkelijk kunt breken. Maar naarmate de pompoen groeit, wordt de stengel sterker, tot hij in staat is een gewicht van enkele tientallen kilo’s te dragen. Welnu, denk aan dit voorbeeld bij je werk als discipel. Probeer niet de stromen en vibraties van de spirituele wereld, die zeer intens zijn, op te vangen zonder tevoren in jezelf een stevige basis te hebben opgebouwd, die je in staat stelt aan alle spanningen weerstand te bieden.
Sommigen willen alles ineens leren, al hun vermogens in een keer ontwikkelen en zij halen zich ernstige problemen op de hals, tot krankzinnigheid toe. Zoals die man aan wie de dokter een geneesmiddel had voorgeschreven, waarvan hij gedurende een maand iedere dag enkele druppeltjes moest innemen. ‘Een maand, dat is toch veel te lang!’ dacht de zieke. Hij dronk de inhoud van het flesje in één dag uit en is gestorven. Nee dus: men moet het rustig, geduldig en met regelmaat aanpakken. Op die manier wordt het zenuwstelsel, dat de kans krijgt zich te versterken, capabel, om de grootste spanningen te trotseren.

Alle mensen, wie dan ook, zoeken God, maar zonder het te beseffen. Zij zeggen enkel dat zij het geluk zoeken, maar wie is daar niet naar op zoek? God is overal in het Universum – Hij zit verborgen in al wat ons verlangen opwekt. Eerzuchtige mensen, dronkaards, smulpapen, inhalige en losbandige mensen zoeken ook op hun manier God, want men kan inderdaad een minuscuul deeltje van Hem aantreffen in alcohol, voedsel, seksualiteit, geld, roem, macht, enz...
God kan men overal vinden, zelfs in de moerassen, zelfs in een steen, waar Hij aanwezig is als een verborgen vonk. Maar men zal uiteraard slechts een kortstondige voldoening proeven, want om God werkelijk te vinden moet men niet zoeken in de dikke lagen of zware vormen van de materie, maar wel in de geest.

Zolang je het licht van de Inwijdingswetenschap niet bezit, spreekt het vanzelf dat je kunt denken dat je volledig in orde, onberispelijk, kortom volmaakt bent. Maar de dag waarop je dat licht ontvangt, ben je minder trots, want je kunt niet anders dan vaststellen dat het allemaal niet zo geweldig is: je ziet dat je je tijd verloren en je krachten verspild hebt met allerhande nutteloze of schadelijke bezigheden.
Soms ben je zelfs zo ontzet, dat je alleen nog maar zin hebt naar de duisternis terug te keren. Nee, men moet in het licht blijven, want het licht is toch verkieselijk. Het is beter dat de mens zijn eigen vuil en lelijkheid ziet, dan dat hij blind blijft voor zichzelf, want het is de enige manier om zin te krijgen het roer volledig om te gooien. ‘Ja, maar ik zal lijden!’ Niets aan te doen, het is beter dat men een beetje lijdt en zich ondertussen in het licht bevindt. Het dient immers nergens toe zichzelf een rad voor de ogen te draaien.

Een land is als een stroom, waar zielen van een grote verscheidenheid elkaar ontmoeten voor een zekere tijd. Een decreet van het lot heeft hen daar geplaatst: sommigen zijn reeds afkomstig van dat land, maar de meesten komen van elders. Bepaalde mensen denken dat ze het recht hebben andere landen te misprijzen of zelfs te haten, en dat uit vaderlandsliefde. De onwetende stumperds vermoeden niet dat zijzelf burgers waren van die landen tijdens een andere incarnatie en dat zij toen dezelfde dwaze en bekrompen gedachtegang volgden ten opzichte van het land dat zij nu willen beschermen!...
Ons land is slechts ons vaderland voor deze incarnatie. Hoeveel Fransen hebben Duitsland of Engeland verafschuwd, zonder eraan te denken dat zij in een vorige incarnatie Duitsers of Engelsen waren, en dat zij toen Frankrijk verafschuwden... Deze wet geldt voor alle landen van de wereld en ook voor de godsdiensten. Hoeveel katholieken hebben de protestanten gehaat en vervolgd, zonder er een seconde aan te denken dat zij in een andere incarnatie zelf protestanten waren. En omgekeerd.