Ieder mens, wie hij ook is, tracht bewust of onbewust zin te geven aan zijn leven. Ieder mens heeft behoefte aan een bestaansreden en iedere dag probeert hij die te vinden in alles wat zich bij hem aandient: zijn familiaal, zijn sociaal of zijn beroepsleven. Maar in feite kan geen enkel succes, geen enkel materieel bezit, hem de zin van het leven geven... want het gaat precies om de ‘zin’ en die is niet materieel, maar slechts zeer hoog in de subtiele gebieden te vinden. Beneden treft men enkel vormen aan. De vorm kan men uiteraard vullen met een inhoud, die verschaft wordt door het gevoel, de gewaarwording die men heeft, als men werkelijk van een voorwerp, een wezen of een activiteit houdt. Maar het gevoel is voorbijgaand en vroeg of laat zal men een leegte ervaren en lijden. Je moet dus op zoek gaan naar iets wat hoger ligt dan de inhoud: de zin. Wanneer men de zin heeft bereikt, bezit men de volheid. Zie ook ‘De zaden van het geluk’, Izvor 231, hst.6