Aan de liefde werd een buitengewone macht toebedeeld, als men haar kan begrijpen en uitdrukken. Alleen de liefde kent alles, herstelt alles, bevrijdt en verspreidt onvermoede krachten.

Er is gezegd dat God Liefde is. Maar als men de tragediën ziet die de liefde bij de mensen teweegbrengt, krijgt men een idee van het werk dat hun nog wacht, van de weg die nog moet worden afgelegd om zich te verheffen tot die goddelijke liefde. Maar het loont de moeite, want de echte magiër, de almachtige magiër, is de liefde. Nodig haar uit opdat zij in jou zou komen wonen. Dan zal je liefde, waar je ook gaat, stralen en schitteren om je heen, zoals de vlam door het glas van een lamp.

Zie ook ‘De zaden van het geluk’, Izvor 231, hst.17.