Het is van essentieel belang dat je de vorm en de kracht met elkaar kunt verzoenen. Je moet de vorm beschermen, opdat hij niet verbrijzeld zou worden door de spirituele krachten en tegelijkertijd moet je het vuur van de geest in stand houden, zodat de vorm voortdurend bezield wordt. Wie zich vastklampt aan de vorm, zal vroeg of laat weggeveegd worden door de kosmische stromingen, want hij gaat in tegen de bestaansreden van de evolutie.
Iedere filosofie, ieder onderricht dat vastgeroest is in oude vormen, zal meegevoerd worden door de machtige golfslag van de vernieuwing. Alles moet vernieuwd worden, nergens op aarde is er een schuilplaats voor hen die niet willen evolueren.
Zie ook ‘Subtiele centra van de mens’, Izvor 219, hst.1.