Zeer weinig zaken zijn echt noodzakelijk in het leven. Om het lichaam te beschermen, draagt men kleren, en ook al houdt men van linten en kant, deze zijn niet essentieel. Om te schuilen heeft men een huis nodig met muren, een dak en vensters; schilderijen, tapijten en snuisterijen kunnen daarna voor een gezellige sfeer zorgen, maar zijn bijkomstig. Ook voor de voeding zijn heel weinig voedingswaren echt onontbeerlijk; maar er bestaan zoveel verschillende gerechten, omdat die afwisseling aangenaam is voor de smaak.
In het Onze Vader heeft Jezus gezegd: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood.’ Hij heeft niet gezegd: geef ons boter, kaas, worst, neen, eenvoudig brood: Jezus heeft het essentiële vermeld. Om te leven hebben wij slechts zeer weinig zaken nodig: brood, water, lucht, licht en warmte. Door deze fundamentele elementen over te dragen op spiritueel en goddelijk gebied, kunnen wij alles vinden wat we nodig hebben, om de volheid te bezitten. Al de rest is ongetwijfeld goed, maar niet essentieel.
Zie ook ‘De yoga van de voeding’, Izvor 204, hst. 10 en ‘Het leven, meesterwerk van de geest, Synopsis III, deel II.3.