Veel kunstenaars hebben bewust getracht hun liefdeservaringen te vermeerderen, omdat zij de indruk hadden dat de liefde hun inspiratie onderhield. Hoewel die zo menselijke, sensuele en veranderlijke liefde inderdaad de bron was van enkele inspiraties, was zij helaas vooral de oorzaak van de grootste wanorde.

Liefde is als wijn, zij maakt dronken, maar de dronkenschap die men gaat zoeken in de lagere gebieden brengt hetzelfde lichamelijke en morele verval teweeg als het misbruik van alcohol.

Nochtans is niets grandiozer dan te kunnen liefhebben. De waarachtige liefde maakt je mooi, verlicht je, en dankzij haar word je een weldaad voor alle schepselen en ben je vooral gelukkig.

De wijsheid kan je geen geluk bezorgen en de macht evenmin. Met de macht zul je misschien onoverwinnelijk zijn, maar niet gelukkiger. Om gelukkig te zijn moet je liefhebben.

 

Zie ook ‘de zaden van het geluk’, Izvor 231, hst. 17.