Dankzij zijn intellectuele vermogens heeft de mens gigantische dingen gerealiseerd op stoffelijk gebied. Het valt niet te ontkennen hoezeer de wetenschappelijke en technische vooruitgang het leven hebben veranderd, maar dat volstaat niet.

De mens wordt nu geroepen nog belangrijkere zaken te realiseren, dankzij de vermogens van de geest. Door meditatie en gebed moet hij een relatie leren aangaan met de wereld van de geest, zodat het licht, de liefde en de kracht van de geest neerdalen op aarde, in hemzelf en in alle mensen rondom hem. De technische vooruitgang kent bepaalde grenzen en kan zelfs gevaarlijk zijn, indien hij niet beheerst wordt door een hogere visie op de dingen. De mens moet dus nog verder gaan en dankzij de geest zal het leven werkelijk worden getransformeerd, want de vrede, de vrijheid en de broederlijkheid zijn verwezenlijkingen van de geest.

Zie ook ‘De Gouden Sleutel – tot het oplossen van de levensproblemen’, Verz. werk deel 11, hst. 13.