Neem de gewoonte aan te danken. Ja, dank op ieder ogenblik, en dank ongeacht wat je ook overkomt: moeilijkheden, verdriet, leed... hou nooit op met danken. Op deze manier neutraliseer je de stoffen, die in jou geproduceerd worden door die negatieve toestanden. Je heelt de wonden, want niets kan weerstand bieden aan de dankbaarheid. Blijf dus danken, tot je voelt dat wat jou overkomt voor je welzijn is. Zeg voortaan: ‘Dank U Heer, dank U Heer, ...’

Dank voor wat je hebt, maar ook voor wat je niet hebt, voor wat je blij maakt en voor wat je laat lijden. Zo onderhoud je in jezelf de vlam van het leven. Ik zie dat je je afvraagt: ‘Is dat alles?’ Inderdaad, meer is het niet, maar beoefen deze methode en je zult de resultaten zien.

Zie ook ‘Spiritueel leven – 115 gouden regels’, Izvor 227, p. 90 en p. 141.