Passionele wezens zijn evenals de primitieve aarde, altijd onrustig en chaotisch. Natuurlijk slaagt het leven er toch in zich in dat tumult te handhaven, maar het beschikt niet over goede voorwaarden om zeer verfijnde vormen voort te brengen. De toestand die de losgebroken passies in de mens scheppen, is niet verenigbaar met de vestiging van een cultuur, een beschaving. De passionele mens is nog zoals de aarde die ten prooi is aan de chaos. Wanneer die primitieve aarde tot rust komt en een georganiseerde wereld wordt, verschijnen er planten, dieren en mensen en breekt het echte leven aan.

Daarom geven de Ingewijden ons waarschuwingen en adviezen, opdat wij zouden leren in onszelf een aarde voor te bereiden, waar zelfs de engelen en godheden ons kunnen bezoeken in de vorm van inspiratie, intuïtie en openbaringen, die ons echt gelukkig zullen maken.

Zie ook ‘Geheimen uit het boek van de natuur’, Izvor 216, hst. 6.