Op een vraag die men hem stelde, antwoordde Meester Peter Deunov dat men de evolutie van een mens herkent aan de intensiteit van het licht dat van hem uitgaat.

Ik was toen zeer jong en beschikte nog niet over die criteria, maar dat antwoord heeft mij zodanig getroffen, dat ik daarop een groot deel van mijn leven heb gebaseerd. Heel mijn leven lang heb ook ik begrepen dat men de mensen kan beoordelen naar hun licht. Dat licht is natuurlijk niet echt zichtbaar, maar men voelt het in de blik, in de gelaatsuitdrukking, in de harmonie van de gebaren. Het hangt niet af van intellectuele vermogens of opleiding, want het is een openbaring van het goddelijke leven, en juist dat licht moeten wij zoeken zonder er ooit genoeg van te krijgen.

Zie ook ‘De zaden van het geluk’, Izvor 231, hst. 5.