Alle grote Meesters, alle grote Ingewijden leren het ons: de mens is een geest, een vlam die zoals de aarde zelf, ontsprongen is aan de schoot van de Allerhoogste. De mens heeft een hele weg af te leggen en het is mogelijk dat hij zich onderweg, net als de aarde, laat verstijven, afkoelen, verduisteren. Maar hij is voorbestemd terug te keren naar de gebieden die hij verlaten heeft en op een mooie dag, na lange tijd, na vele incarnaties, zal de mens terugkeren naar zijn hemelse Vader, net zoals de aarde opnieuw zal worden als de zon. Het zijn dezelfde wetten, dezelfde verbanden.
Zie ook ‘De mens verovert zijn bestemming – reïncarnatie en karma’, Izvor 202 en ‘U bent goden’, Synopsis I, deel 1 en 9.