Als je altijd verwacht bemind te worden, zul je nooit gelukkig zijn, want je rekent op veel te onzekere dingen. Het ene ogenblik zal men van je houden, maar het volgende ogenblik weet je niet wat er kan gebeuren. Je hoeft niet te rekenen op de liefde van de anderen. Deze kan komen, uiteraard, zelfs onophoudelijk, en als die liefde komt, is zij welkom. Maar het is toch verkieslijk er niet op te rekenen.
Daarom zeg ik je: ‘Wil je gelukkig zijn? Vraag dan niet om bemind te worden, maar bemin zelf, dag en nacht, en je zult voortdurend gelukkig zijn.’ Misschien valt je op een dag een formidabele liefde te beurt... Ja, waarom niet? Dat kan gebeuren, maar wacht niet af. Zo lost een wijze het probleem op: hij rekent op zijn liefde, hij wil liefhebben, en als de anderen niet willen liefhebben, is dat hun zaak, zij zullen ongelukkig zijn; maar wat hem betreft, hij is gelukkig.
Zie ook ‘De zaden van het geluk’, Izvor 231, hst. 1, 5, 8, 16, 17.