In hoeverre zijn mannen en vrouwen zich ervan bewust dat zij een bepaald werk kunnen doen met hun liefde? Zij gebruiken deze enkel voor hun plezier en bijgevolg slaan de liefdeskrachten op den duur om in vergif. Men moet het belang van deze kwestie begrijpen en eraan denken zijn energieën aan God op te dragen met de woorden: ‘Kijk Heer, deze liefde, die ik in mij voel opborrelen, draag ik op aan Uw glorie en aan de komst van Uw Koninkrijk.’
Het spreekt vanzelf dat deze manier om de dingen te bekijken je verwondert: je dacht immers niet dat men zijn liefde zou kunnen opdragen aan de Hemel. Je geloofde dat je gevoelens en gewaarwordingen enkel jezelf aangaan en dat de Hemel daar niets mee te maken heeft. Best mogelijk, maar als het niet de Hemel is, heeft de Hel er iets mee te maken. Want als je op dit gebied zegt: ‘Mijn liefde is enkel een zaak van mezelf’, dan is dit ‘mezelf’, dat enkel denkt aan het egoïstisch beleven van genot, reeds een gedeelte van de Hel! Waarom bannen de mensen de Hemel uit hun liefde, alsof zij beseffen dat wat zij doen beschamend is (waarom doen zij het dan eigenlijk?) en alsof zij zich voor de Hemel proberen te verbergen? Let op, als de mensen niet beschaamd zijn voor de Hel, wel, dan zal de Hel bij hen komen smullen.
Zie ook ‘De seksuele kracht of de gevleugelde draak’, Izvor 205, hst. 4 en ‘Mystiek van man en vrouw – spirituele galvanoplastiek’, Izvor 214, hst. 4 en 5.