Wanneer je eet, let je erop niet om het even wat in te slikken. Welnu, op dezelfde manier moet je erop letten dat de gedachten en gevoelens die je opneemt en verteert, zuiver zijn.

Aan alle landsgrenzen staan douaniers, om na te kijken wat er binnenkomt en naar buiten gaat. Heb jij ook douaniers aan de grenzen van je land, om erover te waken dat niets gevaarlijks of schadelijks binnenkomt? Nee! Bijgevolg komt alles van waar dan ook de grens over en word je vergiftigd.

Stel douaniers op en zeg bij iedere gedachte, ieder gevoel dat opkomt onmiddellijk: ‘Wacht eens even, waar kom jij vandaan? Wat breng je binnen als ik je toelaat?’ Op die wijze moet je de gevolgen voorzien van een gedachte of een gevoel die op bezoek komen, en als ze je niet ‘katholiek’ lijken, moet je ze wegjagen.

Zie ook ‘de Mysteriën van Jesod – grondslagen van het spirituele leven’, Verz. werk deel 7, hst. 1 en ‘De mens verovert zijn bestemming – reïncarnatie en karma’, Izvor 202, hst. 2.