De waarheid zeggen is niet altijd goed, dat staat vast, maar het is altijd goed de waarheid te kennen. De kennis van de waarheid berokkent je nooit nadeel. Toen Jezus zei: ‘Werp geen parels voor de zwijnen’, bedoelde hij met die parels juist de waarheden, waarvoor de mensen nog niet klaar zijn. Als je hun die openbaart, zullen zij ze niet alleen niet waarderen, maar ze zullen je bovendien komen verscheuren.
De waarheid op zich brengt nooit ongeluk, tenzij je haar openbaart aan boosaardige en duistere mensen. ‘Werp’ ze dus niet als parels, maar bewaar ze zorgvuldig in jou, want zij zal je bevrijden en versterken. Iedere dag kun je je tooien met het goud en de parels van de waarheid, ze bewonderen, ze aanraken en ze daarna weer opbergen in je innerlijke koffer, in het diepst van jezelf. Welk onheil kan jou dan overkomen? Het contact met de waarheid kan je alleen maar sterker maken en zo word je bekwaam om anderen te helpen, te steunen en op te beuren.
Zie ook ‘Spirituele Meesters – lichtbakens voor alle tijden’, Izvor 207, hst. 3 en ‘Waarheid, de vrucht van wijsheid en liefde’, Izvor 234, hst. 7.