Geloof niet dat je toegang kunt krijgen tot de goddelijke wereld, als je niet werkt om met deze in harmonie te komen. Want zodra je de grens bereikt, word je tegengehouden door een douanier die je zal zeggen: ‘Wat zit er in je koffers? Met andere woorden, wat zit er in je hoofd? Wat zijn dat voor afschuwelijke gedachten! Ik zie niets dan berekeningen, intriges, kritiek. Toon je hart eens. Tjonge, wat een egoïsme, wat een jaloersheid! Laten we eens kijken naar je wil. Al niet veel beter: die zwakheid, die luiheid... Welnu, je moet weten dat je op die manier de grens niet mag oversteken.’
Ja, zoals er landen zijn die hun grenzen sluiten voor bepaalde producten of voorwerpen, is het Koninkrijk van God ook een land, waar de zwakheden, de lelijke gedachten en de slechte gevoelens niet worden aanvaard. Of je bevrijd je ervan, of je komt er niet in. Alleen wie aan de voorwaarden voldoet, krijgt toegang tot het Koninkrijk van God.
Zie ook ‘De Gouden Sleutel – tot het oplossen van de levensproblemen’, Verz. werk deel 11, hst. 3, 6, 7, 11, 13, 22 en ‘De ware leer van Christus, Izvor 215, hst. 4.