Het kruis stelt de twee principes voor: het mannelijke (de verticale lijn), en het vrouwelijke (de horizontale lijn), die zich met elkaar verenigen, om samen te werken in het universum. Maar dat werk gebeurt vanuit een centrum: het snijpunt van de twee armen van het kruis. Dit centrum verenigt de krachten; zonder dat middelpunt zou alles verspreid worden over de schijf, zodra het kruis begint te draaien. En al draaiend maken de armen een cirkel. Het kruis in beweging is de swastika, het hakenkruis. Deze beweging is mogelijk naar rechts of naar links.

Het kruis dat naar rechts draait, betekent dat men de energieën aanschroeft, om ze in bedwang te houden: men houdt ze tegen om ze te beheersen; dit is het symbool van de spiritualiteit die de uiting van de instinctieve krachten afremt. Als het kruis in de andere richting draait, betekent dit dat men de remmen loslaat, om brute krachten te ontketenen, en zo blokkeert men de doorgang voor de sublieme krachten van de geest.

Zie ook ‘Op aarde zoals in de hemel’, Synopsis II, deel 6.2.