Om het vuur goed te begrijpen, moet men ook de lucht kennen, want lucht en vuur vullen elkaar aan. Lucht, die voor frisheid zorgt, heeft een regelende werking op het vuur. Wij vinden hetzelfde verschijnsel ook in ons terug. Hoe? Wij zijn reizigers die de ruimte doorkruisen; om onze bestemming te bereiken, hebben wij behoefte aan warmte en koude. De warmte zit in ons, wij bezitten een kachel met de nodige brandstof om ons vanbinnen te kunnen verwarmen. Want buiten is het koud en de weg is lang; het is dus nodig het innerlijk vuur te onderhouden. Wat betreft de koude, deze komt van buiten: het is de lucht die ons mogelijk maakt de temperatuur te regelen.
Je kunt zeggen dat het vuur de liefde is en de lucht de wijsheid. De liefde zit vanbinnen, terwijl de wijsheid zich aan de buitenkant bevindt, zodat wij deze kunnen bestuderen en ons erin verdiepen om zo ons innerlijk vuur te regelen.
Zie ook ‘Waarheid, de vrucht van wijsheid en liefde’, Izvor 234, hst. 3.