Tegenwoordig vinden de proeven van de Inwijding niet meer plaats in tempels, maar in het dagelijks leven. Daar moet men de proeven van de vier elementen doorstaan, die de proeven van de materie zijn. Toen de mens verjaagd werd uit het Paradijs omdat hij niet gehoorzaamde aan God, heeft hij zijn macht over de materie, waarvan de vier elementen de symbolische voorstelling zijn, verloren. Om deze macht terug te winnen, moet hij de beheersing terugvinden over zijn fysieke lichaam (de aarde), over zijn gevoelens (het water), over zijn gedachten (de lucht) en over zijn seksuele kracht (het vuur).
Maar heeft het nog zin de mensen te spreken over de beheersing van de seksuele kracht? Op dat gebied wordt er meer en meer gelachen om alle regels. Zowel jongeren als volwassenen denken alleen maar aan het domweg verspillen van die kracht, die kwintessens, die een condensatie is van het heilig vuur. En zo laten zij ziekte en dood in zich binnensluipen.
Zie ook ‘De onuitputtelijke bronnen van de vreugde’, Izvor 242, hst. 5 en ‘De Gouden Sleutel – tot het oplossen van de levensproblemen’, Verz. werk deel 11, hst. 7 en 9.
De intuïtie is de waarachtige intelligentie, zij heeft geen behoefte aan onderzoek en berekeningen, haar begrip is ogenblikkelijk: zij doordringt alles met één enkele blik en zij deelt haar ontdekkingen aan je mee. De intuïtie is tegelijkertijd een gewaarwording en een inzicht. Men voelt de dingen aan op hetzelfde ogenblik dat men ze begrijpt. Het is dus een superieure intelligentie, die als eerste onmisbaar element het leven bevat. Terwijl iedereen nog aarzelt en twijfelt, heeft degene die deze intelligentie bezit en erin gelooft, onmiddellijk een duidelijk inzicht.
Zodra men de werkelijkheid begint te ontdekken zoals zij is, met haar twee aspecten – objectief en subjectief, uitwendig en inwendig – is men verbaasd vast te stellen hoe eenvoudig alles is.
Zie ook ‘De onzichtbare wereld – helderziendheid, intuïtie en dromen’, Izvor 228, hst. 2.
Mensen geloven dat hun opvattingen objectief zijn, maar in werkelijkheid vinden deze opvattingen meestal hun oorsprong in hun behoeften en zelfs in hun laagste behoeften. Neem als voorbeeld de politieke ideologieën. In Rome was het nodig, om het volk tevreden te stellen, brood en spelen te beloven. En ook vandaag nog moet men aan het volk brood en spelen beloven, in een andere vorm.
Neem ook de theorieën over de seksualiteit. Omdat de meeste mannen en vrouwen niet in staat zijn zich te beheersen, hebben specialisten theorieën voorgesteld die in feite geen enkele absolute waarde bezitten; deze hebben enkel betrekking op zwakke en onwetende mensen, die niet weten en ook niet willen weten dat de seksuele kracht, indien zij beheerst wordt, kan bijdragen tot hun spirituele ontwikkeling, in plaats van haar enkel aan genot te verspillen. En ga zo maar door voor al het overige. Daarom is het zo moeilijk de mensen te onderwijzen: zij kunnen de waarheden van de Ingewijden alleen echt begrijpen en aanvaarden voor zover zij erin geslaagd zijn zich te bevrijden van hun lagere behoeften, anders worden zij door deze behoeften vastgehouden in hun verkeerde opvattingen.
Zie ook ‘De Gouden Sleutel – tot het oplossen van de levensproblemen’, Verz. werk deel 11, hst. 7 en 9.
Onze intelligentie is een weerspiegeling van de kosmische Intelligentie, maar een onvolmaakte weerspiegeling, want deze laatste wordt beperkt en verduisterd wanneer zij door ons hoofd en ons hart gaat, die voortdurend onderhevig zijn aan wanorde en begeerte. De kosmische Intelligentie kan zich immers niet volmaakt openbaren in een mens die zijn driften en instincten niet kan beheersen. Maar hoe meer hij zich zuivert en vervolmaakt, hoe meer hij het licht van deze intelligentie kan vatten en ontvangen.
Zodra hij begrepen heeft dat zijn intelligentie het resultaat is van de toestand waarin alle lichaamscellen zich bevinden, waakt de leerling erover hun evenwicht en harmonie te bewaren. Daarom besteedt hij aandacht aan de kwaliteit van zijn fysieke voedsel, maar vooral van zijn psychische voedsel (gewaarwordingen, gevoelens en gedachten), anders blijft hij gesloten voor de grootste openbaringen. Er bestaat geen ander middel om de intelligentie te verbeteren dan de levenswijze te verbeteren. Dat hebben de Ingewijden altijd geloofd, dat hebben zij altijd geweten en dus hebben zij altijd in die richting gewerkt.
Zie ook ‘De vrijheid, overwinning van de geest’, Izvor 211, hst. 2.
Zij die alleen voor zichzelf werken en de gemeenschap vergeten, verarmen en zij verliezen de waardering en vriendschap van de anderen. Zij die echter vervuld zijn van liefde, goedheid en zelfopoffering, worden misschien in het begin gebruikt en misbruikt, omdat men hen een beetje dom vindt. Maar naarmate de tijd verstrijkt, gaat men toch beseffen dat ze werkelijk uitzonderlijke wezens zijn en op een dag komt iedereen zijn liefde aan hen betuigen. Maar niet onmiddellijk, uiteraard.
Wanneer je bij een bank kapitaal plaatst, ontvang je ook niet onmiddellijk interest, je moet een tijd wachten... Precies dezelfde wet geldt op spiritueel gebied. Je werkt met veel liefde, veel geduld, veel vertrouwen, en in het begin zie je geen enkel resultaat... Laat je niet ontmoedigen, want op een dag zullen de rijkdommen van alle kanten komen en zelfs als je ze wilt ontlopen, zal dat niet kunnen... In heel het universum zal het buitengewone rijkdommen regenen op je hoofd, want jij hebt ze uitgelokt. Dat is gerechtigheid!
Zie ook ‘De Gouden Sleutel – tot het oplossen van de levensproblemen’, Verz. werk deel 11, hst. 4, 7, 12.