Soms ziet men yogi’s ongelooflijke bewegingen uitvoeren met hun lichaam: zij draaien hun armen en benen, rollen met hun ingewanden in alle richtingen en laten hun aders en slagaders verschijnen... Men staat versteld van zo veel beheersing! Maar is het werkelijk nuttig jaren te besteden om tot zo’n resultaat te komen? Zij hebben een buitengewone beheersing van hun fysieke lichaam bereikt, dat spreekt vanzelf, maar hebben zij hetzelfde werk gedaan op spiritueel gebied? Kunnen zij hun gevoelens en gedachten controleren? Vaak vinden zij de weg zelfs niet in hun innerlijk leven...

Het fysieke lichaam is natuurlijk belangrijk, je kunt niet zonder op aarde. Maar vegetariër zijn, enkele eenvoudige lichaamsoefeningen uitvoeren, een zuiver en evenwichtig leven leiden, dat volstaat voor het fysiek lichaam. Wat vooral telt is de spirituele wetten te kennen, ze toe te passen en te komen tot de beheersing van het psychische leven.

Zie ook ‘Spirituele alchemie – de zoektocht naar volmaaktheid’, Izvor 221, hst. 6-9.

Wanneer je eet, let je erop niet om het even wat in te slikken. Welnu, op dezelfde manier moet je erop letten dat de gedachten en gevoelens die je opneemt en verteert, zuiver zijn.

Aan alle landsgrenzen staan douaniers, om na te kijken wat er binnenkomt en naar buiten gaat. Heb jij ook douaniers aan de grenzen van je land, om erover te waken dat niets gevaarlijks of schadelijks binnenkomt? Nee! Bijgevolg komt alles van waar dan ook de grens over en word je vergiftigd.

Stel douaniers op en zeg bij iedere gedachte, ieder gevoel dat opkomt onmiddellijk: ‘Wacht eens even, waar kom jij vandaan? Wat breng je binnen als ik je toelaat?’ Op die wijze moet je de gevolgen voorzien van een gedachte of een gevoel die op bezoek komen, en als ze je niet ‘katholiek’ lijken, moet je ze wegjagen.

Zie ook ‘de Mysteriën van Jesod – grondslagen van het spirituele leven’, Verz. werk deel 7, hst. 1 en ‘De mens verovert zijn bestemming – reïncarnatie en karma’, Izvor 202, hst. 2.

Het behoort tot de plicht van denkers en kunstenaars diep na te denken over de gevolgen die hun werken teweegbrengen bij de anderen. Want zelfs als de menselijke gerechtigheid hen ongemoeid laat, zal de goddelijke gerechtigheid hen verantwoordelijk stellen. Wanneer zij zullen aankomen in de andere wereld, zal men hun de schade tonen die zij hebben aangericht bij de mensen. Hoezeer zij ook zullen protesteren en zeggen dat zij geen kwaad hebben gedaan, men zal hun antwoorden: ‘Toch wel, deze personen hebben door jouw schuld geleden, je hebt hun hoofd en hun hart vervuld van twijfel, je hebt hen aangezet tot het wagen van gevaarlijke experimenten, zonder hen te waarschuwen voor de gevaren die zij liepen; je bent schuldig en je zult gestraft worden.’

Iedereen moet ervoor zorgen dat hij zijn gaven gebruikt om de anderen te verlichten en in hen de liefde, het vertrouwen, het verlangen beter te worden, wakker te maken. Anders moet men beseffen dat men niet enkel gestraft zal worden, maar dat men in een volgende incarnatie verstoken zal blijven van deze gaven.

Zie ook ‘Artistieke en spirituele schepping’, Izvor 223, hst. 10.

Neem geen genoegen met begrijpen, probeer toe te passen. Voor veel mensen bestaat er een hemelsbreed verschil tussen het begrip en de toepassing. Zij begrijpen het, zij verstaan het, maar wanneer het eropaan komt te realiseren, laten zij het afweten.

Welnu, in de Inwijdingswetenschap is het begrip niet gescheiden van de realisatie. Indien je er niet in slaagt te realiseren wat je zogezegd hebt begrepen, heb je het niet werkelijk begrepen. Als je het echt begrepen had, zou je het in de praktijk brengen. Ja, voor de Ingewijden is weten gelijk aan kunnen. Als je niet kan, weet je nog niet, er ontbreken nog sommige elementen aan je kennis, om aan de verwezenlijking toe te komen.

Zie ook ‘De Nieuwe Aarde – methoden, oefeningen, formules, gebeden’, Verz. werk deel 13, hst. 2 (p. 38 e.v.)

Veel mensen die geen wijsheid, licht of werkmethodes bezitten, beelden zich in dat zij door anderen beschouwd zullen worden als grote autoriteiten en dat alles hun zal lukken... Maar omdat het tegendeel zich voordoet, beschouwen zij zichzelf als slachtoffers die door iedereen vervolgd worden. Welnu, dat is de allerslechtste houding.

Wie vaststelt dat hij niet slaagt bij de anderen, moet zeggen: ‘Ik stel vast dat ik niet klaar ben om mijn taak behoorlijk te vervullen... In het ene geval had ik blijk moeten geven van meer liefde, gevoeligheid en aandacht, terwijl ik in feite gesloten, hard en grof was... In het andere geval had ik meer psychologie en beheersing aan de dag moeten leggen, maar ik was onhandig en had geen geduld...’ Zo gaat een discipel te werk: in plaats van heel de wereld verantwoordelijk te stellen voor zijn mislukkingen, buigt hij het hoofd en aanvaardt dat hij moet bijleren. Slechts vanaf dat ogenblik behoren succes en goede resultaten voor hem tot de mogelijkheden.

Zie ook ‘Spiritueel leven – 115 gouden regels’, Izvor 227, blz. 56.