Als je ‘s morgens de Rots* opgaat om de zonsopgang te zien, heb je er dan al eens aan gedacht je liefde en goede gedachten naar deze Rots te sturen? Je moet van de Rots houden! En haar zelfs aanraken, strelen: dan zullen de vibraties ervan ten opzichte van jou veranderen en zul je een grote blijdschap ervaren. Ja, streel haar van tijd tot tijd, zoals je de hand van je geliefde zou strelen. Natuurlijk is zij ruw zoals de huid van een olifant, maar dat maakt niet uit, zij is zoals dat dier, een en al goedheid. Laat je niet bedriegen door de uiterlijke schijn. Je denkt dat de Rots dood is, geen ziel heeft; welnee, sedert miljoenen jaren speelt zich een buitengewone geschiedenis af rond de Rots en zij is in staat je daarover te vertellen. Als je naar haar leert luisteren, zal de Rots je onderrichten.

De tijd breekt aan dat je moet kunnen communiceren met heel de natuur, voelen dat alles leeft, dat je kunt spreken met de rotsen, de bloemen, de dieren, het water, de lucht, het licht en zelfs met de sterren, en dat zij op hun beurt in staat zijn jou te onderrichten.

Zie ook ‘Geheimen uit het boek van de natuur’, Izvor 216, hst. 1 en ‘De Nieuwe Aarde – methoden, oefeningen, formules, gebeden’, Verz. werk deel 13, hst. 9.

*meditatierots bij het internationale Congrescentrum nabij Fréjus, Zuid Frankrijk.

De meeste mensen kijken uit naar de vakantie om uit te rusten... Maar in werkelijkheid komen zij volledig uitgeput van de vakantie terug, omdat zij al hun fysieke en psychische krachten hebben besteed aan nietsdoen, ofwel aan nutteloze of onterende bezigheden. Om de vakantie goed te benutten, zou men die moeten wijden aan een spiritueel werk. Wanneer men verschillende maanden van het jaar heeft doorgebracht met vermoeiende werkzaamheden en allerlei verplichtingen, is het spirituele werk de beste rust: bidden, mediteren, zich zuiveren, in vrede leven, de hand van de Schepper in heel de natuur bewonderen, zijn gedachten wijden aan goddelijke onderwerpen.

Denk niet dat ik zo bekrompen en fanatiek ben dat ik de mensen wil beroven van alle genoegens van het leven. Integendeel, ik wil hun de weg wijzen, hen meevoeren in een richting waar zij nog meer plezier zullen beleven. Het waarachtige spirituele leven is zo rijk aan vreugde en genoegens, dat men ze zelfs niet kan opsommen. De meeste mensen beroven zichzelf daarvan, omdat zij zich tevreden stellen met enkele lichamelijke genoegens, onder het voorwendsel dat zij met vakantie zijn en niet zonder amusement kunnen.

Zie ook ‘Ken uzelf – elementen en structuren van het psychische leven’, Izvor 222, hst. 4 en ‘De weg van de stilte’, Izvor 229, hst. 3.

Als men geen maat kan houden, kunnen zelfs de beste zaken schadelijk worden. Helaas is matigheid niet de meest verspreide deugd bij de mensen. In plaats van bijvoorbeeld net genoeg te nemen van een vreugde of plezier om gestimuleerd te worden, overdrijven zij en worden ze ziek. Zoals die kerel die door een vriend werd uitgenodigd voor het diner: ‘Wacht, zei hij, maandag ga ik eten bij die vriend, dus zal ik dinsdag in mijn bed liggen... Woensdag ben ik uitgenodigd bij een ander, dus donderdag lig ik bed... Wel, dan kom ik vrijdag als je wil!’ Deze man kende tenminste zichzelf!

Of het nu gaat om voedsel, drank of genoegens, de mensen hebben altijd de neiging grenzen te overschrijden. Waarom zou je niet tevreden zijn met weinig? Zelfs vergif kan goed doen, op voorwaarde dat het genomen wordt met homeopathische doses.

Maar afgezien van geneesmiddelen weten de mensen niet wat homeopathie betekent: zij denken er niet aan dat er ook in het psychische leven homeopathische en allopathische doses bestaan, en dat homeopathische doses zeer heilzaam zijn, terwijl te sterke allopathische doses soms schadelijk zijn.

Zie ook ‘Harmonie en gezondheid’, Izvor 225, hst. 4.

De mensen zouden moeten stilstaan bij de kleinste handelingen van het dagelijks leven, om deze te interpreteren. Alleen al door zich iedere dag aan en uit te kleden, zouden zij begrijpen dat zij het proces van de incarnatie (de afdaling in de materie) en van de desincarnatie (de terugkeer naar de geest) herhalen. Zoals wij bij het aankleden beginnen met de lichtste klederen (ondergoed, hemd...) om te eindigen met een dikke jas, incarneren wij op dezelfde manier op aarde door steeds zwaardere lichamen ‘aan te trekken’, tot en met het fysieke lichaam.

Als het menselijk wezen er nog niet in geslaagd is zichzelf naar waarheid te kennen, komt dat omdat hij met verschillende lagen bedekt is. Om zichzelf te kennen moet de mens al zijn kleren afleggen, dat wil zeggen zich bevrijden van zijn fysieke, astrale en mentale lichaam, om enkel nog te leven in zijn goddelijke lichamen, namelijk het causale, boeddhische en atmische lichaam.

Zie ook ‘De mens verovert zijn bestemming – reïncarnatie en karma’, Izvor 202, hst. 1, 7, 8 en ‘Ken uzelf – elementen en structuren van het psychische leven’, Izvor 222, hst. 11 en ‘De onuitputtelijke bronnen van de vreugde’, Izvor 242, hst. 7.

Leer spreken tot de geesten van de natuur, om hen uit te nodigen een werk te doen voor het welzijn van de mensheid. Je bent bijvoorbeeld aan zee. Richt je dan tot haar bewoners: ‘Geesten van het water, verenig jullie en wek bij de mensen van ieder schip dat voorbijvaart, het verlangen hun leven te beteren, er wat aan te veranderen.’ Mensen zijn natuurlijk eigenwijs en worden niet zo gemakkelijk beïnvloed, maar dat geeft niets.

Alle onzichtbare wezens die je hebt gealarmeerd, zijn reeds op weg, je hebt ze aan het werk gezet en zij houden ervan dat je hun werk geeft. De meeste van hen beseffen niet wat het betekent te werken voor een goddelijk idee, want de geesten van de natuur bezitten geen enkel moreel gevoel; zij weten niet wat goed en kwaad is, zij hebben enkel ontzag voor een kosmische kracht die zij niet zo goed kennen. En omdat zij geen enkel moreel gevoel hebben, kan men hen gebruiken zowel voor het kwaad, als voor het goede. Bijgevolg gehoorzamen zij braaf aan sommige occultisten die hen willen gebruiken voor zwarte magie. Waarom zouden jullie hen dan niet evenzeer gebruiken, maar uitsluitend voor het goede, voor de verwezenlijking van het Koninkrijk van God?

Zie ook ‘Op aarde zoals in de hemel’, Synopsis II, deel 7.5.