In plaats van te jammeren over de uitwendige omstandigheden, moet je de middelen vinden om je te versterken. Anders stelt men vast dat de kleinste details in het leven ondraaglijk worden. Het licht is het meest wonderlijke verschijnsel in de natuur, maar als je ogen een beetje geïrriteerd zijn, doet het licht pijn. Als je maag of je lever ziek zijn, lijkt het beste voedsel je onverteerbaar. Iemand geeft je een warme handdruk of een vriendelijk schouderklopje, maar je schreeuwt het uit als je lijdt aan reuma. En op dezelfde manier kan het bezoek van de dierbaarste vrienden je verdrietig maken, want als je ziek bent in je hart, je ziel of je lichaam, veroorzaken de mooiste en beste dingen al pijn.
Als je daarentegen gezond bent, lijken een korst brood, een por of een tamelijk ruw woord je heerlijk, en je overwint moeilijkheden zonder het zelfs maar te merken.
Zie ook ‘De macht van de gedachte’, Izvor 224, hst. 7, 9, 12.
Wanneer ik zeg dat wij ons moeten verenigen en één enkel collectief wezen vormen, begrijp me dan goed. Lichamelijk zullen wij altijd afzonderlijke individuen blijven, met een lichaam, een naam en een identiteit; maar innerlijk moeten wij een ander leven leren leiden: het collectieve, kosmische, universele leven. Het komt voor dat twee personen zoveel van elkaar houden, dat zij het gevoel hebben een eenheid te vormen... Maar toch hebben zij twee verschillende lichamen, er bestaat geen middel dat deze doet versmelten. Zelfs wanneer zij elkaar omhelzen, blijven zij twee personen, hoe sterk hun liefde ook is. En als zij de bus nemen of naar het toneel gaan, hebben zij nog altijd twee biljetten, twee zitplaatsen nodig. Alleen in hun gedachte is het mogelijk dat zij een eenheid vormen, en dat is waar voor alle mensen. Dat gevoel van eenheid is trouwens niet afhankelijk van de fysieke afstand. Men kan gescheiden worden door een afstand van duizenden kilometers en zich toch één en verbonden voelen.
Laten wij dus aan het werk gaan, om deze idee van eenheid ingang te doen vinden in onze gedachten, gevoelens en daden, en zo zullen wij een enkele familie vormen, de Universele Witte Broederschap over heel de aarde, terwijl wij toch afzonderlijke individuen blijven.
Zie ook ‘Ken uzelf – elementen en structuren van het psychische leven’, Izvor 222, hst. 9, 11 en 12 en ‘Op aarde zoals in de hemel’, Synopsis II, deel 8.3.
Er zijn te veel zangers en zangeressen die via hun stem disharmonische of ongezonde trillingen naar het publiek sturen. Zo voeren zij hun publiek terug naar chaotische, troebele en passionele toestanden. Waar zijn degenen die door hun stem bij hun toehoorders het verlangen oproepen hun kleurloos en middelmatig leven op te geven en een nieuw leven te gaan leiden, gewijd aan de schoonheid en het licht?
Als je wilt zingen, probeer je dan bewust te worden van de rol die je moet spelen, om alle zielen van de wereld wakker te maken en leer werken aan je stembanden met de gedachte. Doe bijvoorbeeld deze oefening: beeld je in dat je omringd wordt door een stralend licht, terwijl je zingt voor een enorme menigte en denk dat er machtige en subtiele energieën uit je stem stromen, die de ziel van alle toehoorders doordringen en ontroeren: hun hart gaat open, hun verstand wordt verlicht en zij besluiten voortaan voor het goede te werken... Oefen je op deze manier gedurende maanden, jaren, en op een dag zal je stem bij de mensen alleen nog hun hogere natuur, hun goddelijke natuur doen ontwaken.
Zie ook ‘Artistieke en spirituele schepping’, Izvor 223, hst. 5, 6 en 7.
Een materialist heeft zeer weinig macht op het vlak van de gedachten en gevoelens, omdat hij zich al te zeer vereenzelvigt met de fysieke, materiële wereld; hij hecht geen geloof aan de mogelijkheden van de innerlijke wereld en hij probeert zelfs de sporen van deze wereld uit te wissen.
Voor de spiritualist bestaat het gevaar erin dat hij zich inbeeldt dat hij de uitwendige wereld even gemakkelijk kan veranderen, zoals hij de loop van zijn gedachten en gevoelens kan veranderen of zijn verdriet in vreugde, zijn ontmoediging in hoop kan transformeren. Welnee! Door onze psychische vermogens kunnen wij in verbinding treden met de spirituele wereld en daar in licht, in liefde en vreugde leven. Deze wereld is een realiteit, maar geen concrete materiële realiteit. De objectieve en de subjectieve wereld bestaan beide. Je moet hen niet met elkaar verwarren, maar wel de punten van overeenstemming kennen om hen te verzoenen.
Zie ook ‘Waarheid, de vrucht van wijsheid en liefde’, Izvor 234, hst. 11, 12 en 13.
In plaats van de methodes van ons Onderricht te bestuderen en in praktijk te brengen, verkiezen velen de lectuur van occulte boeken waarvan zij niet veel begrijpen en waarmee zij niets kunnen aanvangen. Deze boeken handelen enkel over theorieën, die trouwens niet altijd juist zijn of zelfs tegenstrijdig, en waar zij kop noch staart aan vinden. De tijd is gekomen te begrijpen dat het enige wat werkelijk telt, het leven is, het goddelijk leven dat de mens moet leiden, want dit zal hem alle kennis van de hemel en de aarde bezorgen. Wie zich tevreden stelt met het lezen van boeken, verliest zijn tijd; zelfs als hij in staat is de inhoud ervan in een volmaakte uiteenzetting te gieten, zullen de anderen toch heel goed aanvoelen dat achter zijn woorden leegte schuilt, omdat er geen enkele liefde en geen enkel licht van hem uitgaan.
Kennis is haast nutteloos als zij niet verlevendigd wordt door de liefde en het licht. Als je er niet in slaagt na je studies en lectuur, broederlijker en warmer te zijn, heb je niets begrepen van de waarachtige Inwijdingswetenschap.
Zie ook ‘De weg van de stilte’, Izvor 229, hst. 8 en ‘Waarheid, de vrucht van wijsheid en liefde’, Izvor 234.