De beste methode om zich met God te verbinden tijdens meditaties, is te werken met het licht, want het licht is de uitdrukking van de goddelijke schittering. Men moet zich op het licht concentreren en ermee werken, erin baden en zich erover verheugen.

Door het licht treedt men in verbinding met God. Het licht is als een oceaan van leven, die trilt en vibreert; je kunt erin gaan om te zwemmen, je te zuiveren, te drinken, je te voeden... In de schoot van het licht zul je de volheid proeven.

Zie ook ‘Het licht, de levende geest’, Izvor 212, hst. 5 en ‘De zaden van het geluk’, Izvor 231, hst. 5.

Het water dat wij kennen en alle dagen gebruiken om ons te wassen, is een materialisatie van het kosmische fluïdum dat de ruimte vult. Door de gedachte is het mogelijk in verbinding te treden met dat fluïdum en zich te zuiveren door dit contact.

De eerste voorwaarde hiertoe is zich te wassen met het bewustzijn dat men via het fysieke water een element van spirituele aard raakt. Doe dus moeite je te wassen met kalme en harmonieuze gebaren, zo kan je denken zich bevrijden en het nodige werk doen. Concentreer je op het water, op de frisheid, de helderheid en de zuiverheid ervan, en je zult weldra voelen dat het in jou onbekende gebieden raakt, waar het transformaties teweegbrengt. Niet alleen zul je lichter en zuiverder zijn, maar je hart en verstand zullen gevoed worden met nieuwe, subtielere en levendigere elementen. Het fysieke water bevat alle elementen en krachten van het spirituele water. Men moet ze alleen leren wekken om ze te kunnen ontvangen.

Zie ook ‘De Nieuwe Aarde – methoden, oefeningen, formules, gebeden’, Verz. werk deel 13, hst. 2 en 6.

Het is goed dat je gelegenheden zoekt om blijk te geven van zelfbeheersing, bijvoorbeeld door weerstand te leren bieden aan honger, dorst, warmte, koude, vermoeidheid. Het gaat er natuurlijk niet om in ontbering te leven, of te worden zoals yogi’s, nee. Maar kijk: wie honger of dorst heeft, haast zich in ‘t algemeen om onmiddellijk voedsel en drank te vinden, en als dat niet lukt, begint hij te klagen, te mopperen of wordt hij boos.

Observeer jezelf en je zult zien dat je bij allerlei gelegenheden niet kunt verdragen dat je niet onmiddellijk je lusten of grillen kan bevredigen. Hoe wil je dan weerstand bieden aan woede, jaloersheid, haat of seksuele verlangens? Ook al weet je dat het beter zou zijn te weigeren en al probeer je weerstand te bieden, het zal je niet lukken, als je niet geleerd hebt je wilskracht te oefenen.

Zie ook ‘Een toekomst voor de jeugd – jongeren en spiritualiteit’, Izvor 233, hst 14.

Mannen en vrouwen stappen onbezorgd in een relatie of een huwelijk, terwijl ze zich inbeelden dat alles gemakkelijk, licht en plezierig zal zijn en daarna beginnen zij zich geleidelijk benauwd te voelen. Dan ontstaan er discussies en ruzies, tot zij begrijpen dat ze, om de situatie te herstellen, moeite moeten doen en zichzelf een beetje vergeten om aan de ander te denken.

Wat zij als een ontspanning zagen, is in werkelijkheid een school, waar men het belangrijkste begint te leren voor ieder menselijk wezen: de verruiming van het bewustzijn. Vraag je je af waarin die bewustzijnsverruiming bestaat? Welnu, deze bestaat in het verlaten van het kleine beperkte ik, om binnen te treden in de onmetelijke gemeenschap van alle wezens.

Zie ook ‘Een toekomst voor de jeugd – jongeren en spiritualiteit’, Izvor 233, hst. 20.

Als veel mensen zoveel moeilijkheden ondervinden spirituele oefeningen te doen, is het omdat zij niet weten hoe ze de geschikte innerlijke houding moeten aannemen. Zij zitten daar, gehaast, verkrampt bij de gedachte dat zij nog een boel andere dingen te doen hebben, en zij slagen er niet in die beslommeringen even opzij te leggen. In hun onbewuste, in hun onderbewuste is iets wat hen blokkeert en hun belet tot resultaten te komen.

Het spreekt vanzelf dat het leven van tegenwoordig, met zijn gejaagde ritme en talrijke verplichtingen, de spirituele activiteiten niet begunstigt. Deze vragen immers dat men zich weet te bevrijden van de dagelijkse zorgen, en een ander ritme kan vinden. Maar wie de gewoonte aanneemt gedurende een half uur of een uur zekere voorwaarden van innerlijke vrede te vervullen, zal er niet alleen in slagen te mediteren, maar daarna ook al zijn professionele en familiale verplichtingen gemakkelijker opnemen. Ieder ding moet op de geschikte plaats en op het geschikte tijdstip gedaan worden.

Zie ook ‘De weg van de stilte’, Izvor 229.