Onder het voorwendsel dat zij van hun kinderen houden, willen sommige ouders niet dat zij een beetje afzien, zich een beetje branden om iets te leren. Bij het geringste voorval staan zij klaar om alles te regelen, opdat de kinderen geen enkele hinder zouden ondervinden van hun daden. Wel, dat is verkeerd begrepen liefde. Zo gaan God noch de natuur tewerk.
Voor de ouders betekent liefde niet dat zij hun kinderen onmiddellijk moeten behoeden voor alle moeilijkheden. Wanneer deze zich in een netelige situatie hebben gewerkt, is het beter dat ze even hun plan moeten trekken en het een ogenblik moeilijk hebben. Maar zodra zij beginnen te beseffen waarom en hoe zij zich in die situatie hebben gewerkt en het betreuren, dan kan men hen uit de moeilijkheden halen. Aangezien zij een beetje hebben geleden, zullen zij goede voornemens maken en voorzichtiger en redelijker worden. Ouders die niet zo handelen, bewijzen hun kinderen geen dienst en bovendien moedigen zij hen aan op de weg van de zwakheid en de slechtheid.
Zie ook ‘Ken uzelf – elementen en structuren van het psychische leven’, Izvor 222, hst. 5 en ‘Een toekomst voor de jeugd – jongeren en spiritualiteit’, Izvor 233, hst. 7, 8, 15 en 16.
Er bestaat geen hogere wetenschap dan de wetenschap van het Woord, die handelt over de tweeëntwintig elementen, de tweeëntwintig krachten, die vertegenwoordigd worden door de tweeëntwintig letters van het Hebreeuwse alfabet. Met deze elementen, wordt in de Kabbala gezegd, heeft God de wereld geschapen.
De wetenschap van het Woord leren, is leren hoe men in de drie werelden de tweeëntwintig elementen waaruit deze bestaan, kan combineren, zodat zij in onze gedachten, gevoelens en daden harmonie tot stand brengen. Wanneer innerlijk wanorde verschijnt, staan de ‘woorden’ op de verkeerde plaats, werden zij slecht gecombineerd. Zeer weinig mensen bezitten deze wetenschap van het Woord, dat wil zeggen, de wetenschap van de overeenstemming die bestaat tussen de letters en de krachten. Zij die deze wetenschap wel bezitten en deze letters kunnen hanteren, zijn in staat een waarachtige band tussen de aarde en de hemel te scheppen.
Zie ook ‘De weg van de stilte’, Izvor 229, hst.10.
Wanneer het leven zich in de winter terugtrekt in de wortels van de boom, is deze schraal, naakt, zonder kleur of geur, en niemand loopt er naartoe. Maar zodra het leven weer omhoogschiet, komen vogels zingen op de takken, staan allen in bewondering en komen zij onder de boom zitten. Het is goed bij deze les even stil te staan en erover te mediteren. Wanneer je ziet dat mensen meer en meer in hun wortels afdalen, dat wil zeggen de eerste plaats geven aan begeerte, passie en geneugten, zijn zij reeds op weg naar de winter, spiritueel gesproken. En naarmate zij minder mooi, stralend en levendig worden, begint hun omgeving zich van hen af te keren. Helaas zullen zijzelf de laatsten zijn om te begrijpen waarom.
Onthoud dit dus goed: zolang je met je energie alledaagse en egoïstische beslommeringen voedt, kun je alleen maar stagneren, want je komt terecht in de winter, met zijn duisternis, kou en het stilvallen van iedere beweging.
Zie ook ‘De Mysteriën van Jesod – grondslagen van het spirituele leven’, Verz. werk deel 7, hst. I.9 en ‘Spirituele alchemie – de zoektocht naar volmaaktheid’, Izvor 221, hst. 2.
Hoeveel mensen realiseren onbewust de plannen van personen die zij niet eens kennen! Je zult zeggen: ‘Ik begrijp niet hoe dat mogelijk is.’ Het is nochtans eenvoudig: gedachten en gevoelens zijn werkzame krachten, in staat om wezens te beïnvloeden die door hun psychische structuur klaar zijn om de golven op te vangen, die door anderen worden uitgezonden. Zo is het reeds voorgevallen dat zwakke mensen misdaden hebben begaan; zij werden ertoe gedreven door de macht van negatieve gedachten en gevoelens, die door andere personen werden uitgezonden, geprojecteerd. En aangezien de menselijke gerechtigheid niet helderziend is, heeft zij degenen die deze criminele gedachten en gevoelens de ruimte instuurden niet gestraft, maar alleen de uitvoerders, hoewel deze in feite niet de echte schuldigen waren. Vanzelfsprekend was het wel hun schuld dat zij zich hadden laten gaan en zo zwak geworden waren dat zij instrumenten werden van boosaardige invloeden, maar de echte aanstichters van die misdaden waren andere personen.
Let dus op je gedachten en gevoelens, want zij zouden wel eens door andere mensen uitgevoerd kunnen worden, en als deze gedachten en gevoelens slecht zijn, zul jij door de goddelijke rechtvaardigheid verantwoordelijk gesteld worden.
Zie ook ‘De mens verovert zijn bestemming’, Izvor 202, hst. 4 en 6.
Wanneer je een zeer verheven, zeer spiritueel verlangen hebt, kan het gebeuren dat hierdoor onmiddellijk je lagere natuur wordt uitgedaagd, die vijandige krachten oproept. De hogere en de lagere wereld zijn met elkaar verbonden, en de prachtige dingen die je boven wenst, maken in de wortels van je wezen tegengestelde verlangens wakker. Natuurlijk hebben deze kuiperijen van de lagere natuur veel minder kans bij de discipel die opgeleid en op de hoogte is. Want terwijl hij werkt, mediteert en opbouwt, weet hij dat hij tegelijkertijd wezens om zich heen moet plaatsen, om over hem te waken en hem te beschermen. Zo handelt een
geëvolueerde discipel: hij neemt zijn voorzorgen.
De filosofie van de oorspronkelijke vrijmetselarij was trouwens gebaseerd op een waarachtige wetenschap en stelde de metselaar voor met een troffel in de ene hand om te werken en een dolk in de andere hand om zich te beschermen. De metselaar werkt dus, maar tegelijkertijd houdt hij een oogje in het zeil, om zeker te zijn dat er geen vijanden van de duisternis gebruik maken om binnen te sluipen in de burcht en hem te overweldigen.
Zie ook ‘De Gouden Sleutel – tot het oplossen van de levensproblemen’, Verz. werk deel 11 en ‘Spirituele Meesters, lichtbakens voor alle tijden’, Izvor 207, hst. 4 en 5.