Om hun vrijheid in de verf te zetten, willen sommige mensen alle morele voorschriften opblazen, die de Ingewijden in het verleden hadden ingesteld om hen te beschermen tegen de chaotische gevolgen van ongebreidelde hartstochten. De onwetenden beseffen niet dat al hun goddelijke energieën worden opgeslokt door deze chaos. Want om het vuur te voeden waardoor zij bezeten worden, zijn ze verplicht al hun materialen, alle hulpbronnen op te offeren. Het is een vuurzee die zij in stand houden met het beste van zichzelf. Het is onmogelijk de bezittingen van de buren of de bomen uit het bos aan dat vuur aan te bieden: het wordt gevoed met hun eigen reserves, hun eigen brandstof, hun eigen kwintessens. Om iedere dag te kunnen doorgaan met die uitspattingen en vulkaanuitbarstingen, zoals zij doen, zijn ze verplicht hun kostbaarste energieën op te branden. Zonder het te weten verliezen zij iedere keer een stukje van hun intelligentie, hun zuiverheid, hun kracht en hun schoonheid. Op het einde, wanneer zij alles hebben uitgegeven, stellen zij vast dat ze afgestompt, lelijk, zwak en ziek achterblijven.

De Ingewijden hebben dus regels en methodes gegeven, niet om de mensen van hun vrijheid te beroven, maar om te vermijden dat zij in zo’n betreurenswaardige toestand terechtkomen.

Zie ook ‘De seksuele kracht of de gevleugelde draak’, Izvor 205 en ‘Mystiek van man en vrouw – spirituele galvanoplastiek’, Izvor 214, hst.5,6,7 en ‘De Gouden Sleutel – tot het oplossen van de levensproblemen’, Verz. werk deel 11, hst.21

Een Meester, een Ingewijde, draagt enorme lasten maar zij verpletteren hem niet, want de spirituele lasten zijn niet zwaar of drukkend. Als je het licht wil verspreiden in de wereld, word je ogenschijnlijk overbelast, maar in werkelijkheid word je lichter. Waarom? Omdat de aard van de last verschilt. De goddelijke, spirituele aard van sommige lasten tilt je op in plaats van je te verpletteren. Alles hangt dus af van de aard van de lasten die je op je schouders neemt.

Laten wij het voorbeeld nemen van een rotsblok: hij ondergaat de aantrekkingskracht van de aarde en is zwaar. Maar als je hem voldoende van de aarde verwijdert, ontsnapt hij aan de zwaartekracht, wordt licht in plaats van zwaar en begint zelfs te zweven. Als je er dus in slaagt je lasten te vervoeren voorbij de grens van de aantrekkingskracht van de aarde, zullen zij niet langer op jou wegen, maar zullen zij je zelfs omhoogtillen als een ballon en zal je stijgen. Wanneer een Meester vraagt je te bevrijden, bedoelt hij jezelf te bevrijden van alle laag-bij-de-grondse, banale activiteiten, om plaats te maken voor goddelijke lasten die je zullen optillen.

Zie ook ‘Spirituele Meesters, lichtbakens voor alle tijden’, Izvor 207, hst.7.

Het is waar dat wij in een maatschappij leven, waar veel veranderd moet worden. Maar dat hoeft niet met geweld te gebeuren. Waarachtige veranderingen worden trouwens nooit met geweld bereikt; geweld veroorzaakt altijd ergere kwalen dan de kwalen die men meent te moeten bestrijden.

Hoe kunnen wij de maatschappij dan veranderen? Door onze levenswijze. Door zichzelf eerst te transformeren, kan de mens heel de wereld in beweging brengen. Maar daarvoor heeft hij een onderricht nodig, dat wil zeggen een systeem, bepaalde methodes. Daar draait alles om: de mens moet een nieuw leven leiden, gebaseerd op een nieuwe filosofie, die gevoed wordt door een nieuw begrip van de liefde. Dan vestigt de harmonie zich in de mens, die vervolgens een heilzame en opbouwende factor wordt voor iedereen.

Zie ook ‘Op aarde zoals in de hemel’, Synopsis II, deel 4.2 en deel 5.

Voor een menselijk wezen is de enige werkelijkheid hetgeen hij beleeft, wat hij voelt. Neem het geval van iemand die lijdt aan zinsbegoocheling: hij wordt achtervolgd door monsters en verstijft van angst, slaakt kreten. Lichamelijk, zichtbaar zit niemand hem op de hielen, maar hij voelt zich belaagd, hij lijdt en ga maar eens vertellen aan iemand die lijdt dat hij zich wat inbeeldt!                           

Het gebeurt ook dat sommige mensen momenten van extase en verlichting beleven, te midden van de ergste omstandigheden en ook daar stelt zich de vraag hoe je hen kunt overtuigen dat het niet echt is. Het leed of de vreugde die hij ervaart zijn misschien de enige dingen waaraan de mens niet twijfelt. Men kan twijfelen aan hetgeen men ziet, hoort, aanraakt, maar dat wat men voelt, beleeft, daaraan kan men nooit twijfelen, dat is werkelijkheid.

Zie ook ‘De onzichtbare wereld – helderziendheid, intuïtie en dromen’, Izvor 228, hst. 1, 13, 17, 19.

Wie er voortdurend aan werkt om in zichzelf alles mooier, rijker en harmonieuzer te maken, voelt zich zeer goed bij zichzelf en in dat prachtige verblijf kan hij zelfs genodigden ontvangen. Ja, de lichtende geesten zijn zo gelukkig dat ze hem kunnen bezoeken!

Kijk eens wat er gebeurt op recepties in het dagelijks leven: als je je genodigden goed ontvangt in een aangenaam kader, hen heerlijke gerechten, mooie wandelingen of concerten aanbiedt, waarom zouden zij dan geen zin hebben om terug te komen? Welnu, het gaat net zo met de lichtende geesten: als zij in jou een verblijf aantreffen waar schoonheid, harmonie en zuiverheid heersen, komen zij je bezoeken of nemen zij zelfs definitief hun intrek, en jij geniet van hun aanwezigheid.

Zie ook ‘De onzichtbare wereld – helderziendheid, intuïtie en dromen’, Izvor 228, hst. 3, 9, 14, 15.