Jezus heeft gezegd: ‘Jullie zijn tempels van de levende God’ Maar de mensen zijn gewend naar houten of stenen tempels te gaan die niet leven en zij houden zich niet bezig met de tempel die zij zelf zijn, die heel hun wezen is.
Toch vertonen die gebouwen een spoor van leven, dankzij het vurige gebed van al die gelovigen, die er sedert eeuwen komen bidden. Maar dit kan niet vergeleken worden met een mens die erin geslaagd is zijn wil te versterken, zijn hart te zuiveren, zijn verstand te verlichten, zijn ziel te verruimen en zijn geest te heiligen, want zo’n wezen is een waarachtige tempel geworden. En wanneer je een tempel bent, wanneer je bidt in je tempel, zal God naar je luisteren en je verhoren. En als je je er tegelijk van bewust bent dat je in die andere tempel bent, in het universum, word je een volledig wezen, dan leef je in de volheid.
Zie ook ‘Artistieke en spirituele schepping’, Izvor 223, hst.12.
Wanneer je een telefoonnummer belt, antwoordt tussen miljoenen en miljoenen personen alleen diegene die dat nummer bezit. De relaties tussen alle wezens in het universum gehoorzamen aan dezelfde wet. Zoals een persoon je antwoordt wanneer je zijn nummer kiest, zo treedt een bepaalde entiteit met jou in verbinding wanneer je een gedachte hebt uitgezonden die in harmonie met haar vibreert; er komt een relatie tot stand tussen jou en het wezen of de plaats waarop je gedachte zich gericht heeft.
Al degenen die enkel chaotische en tegenstrijdige gedachten hebben, zijn gedoemd ongelukkige ontmoetingen te hebben, want zij treden in verbinding met entiteiten die overeenstemmen met deze gedachten. Daarom is het zeer belangrijk dat de mens een hemels idee in zijn hoofd heeft, want dit idee trekt op magische wijze alle wezens en elementen aan, die zullen bijdragen tot de verwezenlijking ervan. Een subliem idee in het hoofd hebben is als een opschrift dat de duistere geesten waarschuwt: ‘gevaarlijke hond’, ‘bezet’, ‘verboden toegang’, en zij durven niet binnen te komen. Anderzijds is dit sublieme idee een open deur voor alle lichtende geesten.
Zie ook ‘De macht van de gedachte’, Izvor 224, hst.5 en 12
Je moet jezelf verbeteren om je zaden te verbeteren. Je zal zeggen: ‘Welke zaden?’ Je gedachten en gevoelens. Iedere gedachte, ieder gevoel is een zaadje waarin je eigenschappen en gebreken weerspiegeld worden en het zijn deze zaadkorrels die je in het voorbijgaan links en rechts rondstrooit...
Ook in het astrale en mentale gebied is een bodem waarop dit zaad valt. Wanneer je deze gebieden op een dag zal bezoeken, zal je je afvragen: ‘Maar wat betekenen die distels, wat stellen die dorens voor?’ En men zal je zeggen dat het je eigen aanplantingen zijn, die jij zelf gezaaid hebt. ‘En die rozen, die seringen, die lelies...?’ Jazeker, ook dan zal men je uitleggen dat het jouw werk is, namelijk de goede gedachten en de mooie gevoelens die je om je heen verspreid hebt.
Zie ook ‘De macht van de gedachte’, Izvor 224, hst. 3.
Alles hangt af van de liefde: de kracht, het evenwicht, de vrede, het geluk. Maar je moet voelen dat de liefde aanwezig is, binnen handbereik, in jou, en dat je bijgevolg geen enkele reden hebt om je arm en eenzaam te voelen. Je voelt je arm en eenzaam? Dan ben je er niet in geslaagd het fysieke vlak te overstijgen. Zodra je immers in de subtiele gebieden komt en vooral in de regionen van de ziel en de geest, is het uitgesloten je nog eenzaam te voelen. Want de universele Ziel en de universele Geest bevinden zich altijd om je heen, in jou, en op ieder ogenblik kun je met hen in verbinding treden. Een man of een vrouw daarentegen, zelfs de allerbeste... weet je wel zeker dat zij op een gegeven ogenblik niet verplicht zullen zijn aan iets anders te denken en je alleen te laten?
Zelfs als je het prachtigste wezen op aarde hebt gevonden, val niet stil. Dank de Hemel dat je zo’n wezen hebt mogen ontmoeten, maar besef ook dat je de ware liefde slechts zult kennen, als je erin slaagt haar te vinden in de gebieden van de ziel en de geest.
Zie ook ‘Subtiele centra van de mens – aura, zonnevlecht, hara, chakra’s, Izvor 219, hst. 2,3,4 en ‘Ken uzelf – elementen en structuren van het psychische leven’, Izvor 222, hst. 2,3,4,13.
Het doel van een Inwijdingsschool is de mens te laten terugkeren naar het huis van zijn Vader, naar dat hoge toevluchtsoord waarover Psalm 91 spreekt: ‘Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God, op wie ik vertrouw.’ Want daar is hij in veiligheid, daar kunnen de krachten van het kwaad hem niet meer verrassen.
Maar je zou zeggen dat de mensen alles doen om zich te verwijderen van dat hoge toevluchtsoord waar zij onder de bescherming van God staan. Zij willen hun eigen leven leiden door zich van Hem af te keren en Zijn wetten te overtreden. Wel, dit bewijst dat deze mensen nog veel zullen moeten lijden en het verklaart waarom zij niet in het goddelijk licht willen komen om beschermd te worden. Ja, zij vertonen de neiging altijd in de fout te gaan en niet te gehoorzamen, heel eenvoudig omdat in hun lot geschreven staat dat zij moeten lijden. Zij die daarentegen reeds veel geleden hebben en tot inzicht zijn gekomen, doen alles om terug te keren naar de Vader in dat hoge toevluchtsoord... of in een spirituele broederschap, in een Inwijdingsschool die juist het symbool is van die terugkeer naar de goddelijke orde.
Zie ook ‘De weg van de stilte’, Izvor reeks 229, hst. 6 en 8.