Aangezien Jezus over het Koninkrijk van God en Zijn Gerechtigheid sprak, bezit het Koninkrijk van God een speciale vorm van rechtvaardigheid die niet overeenstemt met deze van de aarde. Zodra iemand een klacht indient, al stelt het niets voor (men heeft zijn terrein betreden... men heeft hem niet correct betaald... men heeft hem beledigd...), staan alle wetten aan zijn kant en wordt de beklaagde veroordeeld. Maar wie goed en edelmoedig is, wie vrede in zijn omgeving brengt, wordt door geen enkele menselijke gerechtigheid beloond.

Op aarde dient de gerechtigheid vaak om de meest egoïstische en kleingeestige kant van de mensen te beschermen. De hogere natuur van de mens wordt niet erkend, maar zelfs uitgejouwd, vertrapt. Een eerlijk, integer en onbaatzuchtig mens is vervelend, en allen proberen zich van hem te ontdoen, om niet gestoord te worden bij hun gesjoemel. Wel, zoiets wordt nooit aanvaard in het Koninkrijk van God!

Zie ook ‘De mens verovert zijn bestemming’, Izvor 202, hst. IV