Bereken eens de tijd die je iedere dag besteedt aan eten, slapen – wat uiteraard nodig is – maar ook aan praten in het wilde weg, aan bezig zijn met onbenulligheden. De jaren vliegen voorbij, ver van het echte leven, ver van het leven met God. Wat een verspilling, wat een verkwisting! En de dag waarop je de aarde verlaat, vertrek je arm en naakt. Wees goed doordrongen van de gedachte, dat je bij het verlaten van de aarde als edelstenen enkel je deugden kunt meenemen, als goud enkel je kennis en als juwelen enkel de sieraden van je ziel. Jullie zullen zijn zoals die weggejaagde mensen die verplicht waren al hun landerijen, huizen en meubelen achter te laten: zij reppen zich naar hun brandkast, om het goud en de juwelen mee te nemen, de enige dingen die hun in staat zullen stellen te overleven.

Wanneer de dood komt, kan men om dezelfde reden geen bezittingen meenemen naar de andere wereld. Men kan enkel kwaliteiten en deugden meenemen; al het overige moet men achterlaten. Vraag je dus vanaf vandaag af, of je goud en echte edelstenen bezit.

Zie ook ‘De Nieuwe Aarde – methoden, oefeningen, formules, gebeden’, verzameld werk deel 13, hst. X