Mensen bidden, zingen, knielen en branden kaarsen voor beelden en iconen, die worden door hen gekust, in de bloemen gezet en in processies gedragen. Maar wat is de macht van een heiligenbeeld? Het staat daar, in gips, hout of marmer, stil en onbeweeglijk, en gelovigen vragen het om hen te redden. Zij geloven erin en het is waar, zij bereiken resultaten.
Waarom? Heeft de icoon, het beeld, gehandeld? Nee, het is de intensiteit van de psychische energie die uitgestuurd wordt door de gelovigen. Deze energieën worden opgehoopt op het beeld dat een geleider is geworden: het heeft hun gebeden en smeekbeden doorgestuurd. Omwille van de intensiteit van hun geloof, zijn hun beden opgestegen tot in de Hemel, via de icoon, die slechts een bemiddelaar is. Dus hebben zijzelf alles gedaan en niet de icoon. Deze had slechts betekenis voor hen, omdat zij het geloof bezaten.
Zie ook ‘Meditatie – scheppend werken met de gedachte, de verbeelding, de natuur, het licht’, reeks Stani, nr. 3, deel IV.3