De vier elementen werden gedefinieerd in verband met de vier toestanden van de materie: vast, vloeibaar, gasvormig, etherisch. Al wat vast is, noemden de klassieken: aarde; al wat vloeibaar is: water; al wat gasvormig is: lucht en al wat etherisch is, dat wil zeggen warmte en licht, noemden zij vuur.                                                                    

Men vindt de vier elementen terug in het voedsel dat wij iedere dag nuttigen, want het voedsel stelt de vier toestanden van de materie voor: vast, vloeibaar, gasvormig en etherisch. Daarom kunnen maaltijden via het voedsel een gelegenheid worden ons een te voelen met de Engelen van de vier elementen: de Engel van de aarde, zodat hij ons stevigheid en vastberadenheid geeft, want hij legt de basis, zonder hem kan niets blijven bestaan; de Engel van het water, zodat hij ons het leven en de zuiverheid schenkt; de Engel van de lucht, zodat hij ons de intelligentie, de fijngevoeligheid en de snelheid bezorgt en uiteindelijk de Engel van het vuur, zodat hij ons het licht en het vuur van de goddelijke liefde verschaft.

Zie ook ‘Meditatie – scheppend werken met de gedachte, de verbeelding, de natuur, het licht’, reeks Stani 3, deel II.7.4