Al degenen die voor anderen iets goeds doen, hen helpen en steunen, vinden het normaal dat zij een beetje dankbaarheid mogen verwachten, of tenminste een gebaar van goedkeuring. Ja, dat is normaal, natuurlijk, maar toch is het beter niets te verwachten. Want wie goedkeuring of dankbaarheid verwacht, komt terecht in een wereld van onvoldaanheid, verwijten, wrok en kwellingen. Je zult zeggen: ‘Maar dan zal het goede dat wij doen nooit echt bekend worden?’ Toch wel, maar men hoeft niet te verwachten dat dit gebeurt.                                  

Alle wijzen en Ingewijden kennen een wet, waarop zij hun bestaan bouwen: de wet van oorzaak en gevolg. Zij weten dat het resultaat van alles wat zij doen, vroeg of laat, naar hen zal terugkeren. Als het een goede handeling is, zal de uitwerking weldadig zijn, en bij slechte daden... Op deze wet baseren de wijzen hun leven, doe dus zoals zij.

Zie ook ‘De zaden van het geluk’, Izvor 231, hst. XVI