Een vlam is zo zwak dat een zuchtje volstaat om haar uit te doven. Maar als je haar voedt, kan zij een waarachtige vuurzee worden en dezelfde wind die de vlam bedreigde, gaat deze integendeel versterken, tot het punt waarop niets nog weerstand kan bieden.
De vlam is een symbool van de geest: als je haar niet voedt, zal ze bij de kleinste moeilijkheid uitdoven. Men ontmoet veel mensen van wie de geest bijna is uitgedoofd: zodra zij enig verzet ondervinden, geven zij op en is het afgelopen. Anderen daarentegen hebben hun geest kunnen versterken door gebed, meditatie en contemplatie. En niet alleen houden de obstakels hen niet tegen, maar deze sporen hen aan om nog verder te gaan, met nog meer vurigheid. Dus dezelfde moeilijkheden die de zwakken neerhalen, versterken al degenen die werkelijk bezield worden door de geest.
Zie ook ‘Meditatie – scheppend werken met de gedachte, de verbeelding, de natuur, het licht’, reeks Stani nr. 3, deel IV.10