Het belangrijkste moment van een handeling is het begin, want als de krachten eenmaal ontketend zijn, kan men deze vaak niet meer stoppen. Men moet nooit aan iets beginnen, zonder zich rekenschap te geven van de gevolgen die zullen voortvloeien uit de ondernomen actie, en over de aard van de krachten die men in beweging brengt. Het is gemakkelijk krachten te ontketenen, gebeurtenissen teweeg te brengen, maar het is veel moeilijker deze te sturen, te richten en te beheersen. Speel dus niet ‘tovenaarsleerling’, herinner je dat de macht van de mens niet in het midden of aan het einde van een handeling ligt, maar uitsluitend in het begin.                                                                                      

Als je bijvoorbeeld in de bergen wandelt en vrijwillig een rotsblok doet kantelen in plaats van deze op zijn plaats te laten, zullen noch je wil, noch je kracht het rotsblok daarna kunnen tegenhouden: hij dondert naar beneden en vernielt alles op zijn weg... Hetzelfde is waar voor iedere daad in het leven. Daarom moet je vanaf het begin zeker zijn dat je de beste weg inslaat, met de beste krachten, zodat alles uitdraait op zegeningen voor jezelf en voor de anderen.

Zie ook ‘Spiritueel leven – 115 gouden regels’, Izvor 227, blz. 34, 35 en 36