Je bevindt je aan de oever van de oceaan en met een stokje begin je te draaien en breng je het water in beweging. Geleidelijk beginnen sprietjes, stukjes papier en kurken te draaien... en als je volhoudt zijn het weldra kleine bootjes... grote boten... de hele wereld begint te draaien. De etherische oceaan waarin wij baden, is zoals de oceaan van water en door de gedachte kunnen wij heel de wereld in beweging brengen, op voorwaarde dat wij nooit stoppen. Maar omdat men zich niet oefent en vooral omdat men niet volhardt, gebeurt er natuurlijk niets.

Zolang je die enkele regels, waarop het spirituele leven gebaseerd is, niet begrepen hebt, zul je geen medewerker van de goddelijke wereld kunnen worden, geen arbeider op het veld van de Heer. Ga dus door met de beweging tot alle deeltjes meegevoerd worden in dezelfde richting, om het lichtende werk te doen dat je niet alleen voor jezelf, maar voor alle schepselen op aarde en nog verder in de kosmos, ondernomen hebt.

Zie ook ‘De Gouden Sleutel, grondslagen van het spirituele leven’, Verzameld werk deel 7