Mensen vragen zich vaak af hoe het leven op aarde zal zijn over tien of vijftig jaar,
over een eeuw... Wel, deze bekommernis is te dichtbij in de tijd en is niet zo belangrijk. Essentieel is dat zij weten dat ze op een dag zullen schitteren als de zon, dat hun aanwezigheid de lucht lekker zal doen ruiken, dat men de heerlijke geur van hun ziel zal opsnuiven en dat men overal waar zij komen symfonieën zal horen, want al hun cellen zullen zingen.
Stel je iedere dag, gedurende minstens enkele minuten, deze verre toekomst voor en opeens zul je de hoop en de moed voelen terugkomen. Het geloof in deze prachtige toekomst zal van jou een nieuw wezen maken. Overal hoort men het woord ‘nieuw’ vallen: een nieuwe filosofie, een nieuwe wetenschap, een nieuwe tijd, de nieuwe mens... Maar hoe kan men zich voorstellen een nieuwe mens te zijn, zolang men somber, knorrig en verkrampt blijft?
Zie ook ‘De zaden van het geluk’, Izvor 231, hst. X