Opdat mensen niet met elkaar in botsing zouden komen, is het nodig dat zij hetzelfde ideaal hebben en samen op weg gaan naar dat unieke punt, dat in het oneindige is gelegen. Tussen mensen kan alleen harmonie bestaan, als allen zich verenigen rond de idee van God-te-dienen, Zijn wegen te effenen en te werken voor de grote familie van de Universele Witte Broederschap. Zo zullen allen elkaar begrijpen en liefhebben, omdat zij een gemeenschappelijk ideaal hebben, omdat zij zullen zijn als stralen van eenzelfde cirkel, die samenkomen in het middelpunt.
De cirkel is het beeld van een volmaakt organisme, waarvan het hoofd het centrum is en waarvan de ledematen en organen, de stralen zijn die samenkomen in dat centrum.
Zie ook ‘Een universele filosofie – broederschap als nieuwe vorm van bewustzijn’, Izvor 206