Jezus zei: ‘Wanneer je bidt, ga dan in je kamer, sluit de deur en bid tot je Vader die in het verborgene is. ‘Hoe moeten wij deze verborgen, geheime kamer begrijpen?... Wanneer de leerling erin slaagt stilte en vrede te scheppen in zichzelf, wanneer hij de behoefte ervaart aan God zijn liefde voor Hem uit te drukken, wanneer hij zich met Hem één wil voelen, bevindt hij zich al in zijn geheime kamer. Je vraagt je af waar die kamer zich bevindt... Zij kan in het hart zijn, zij kan in het verstand zijn, in de ziel... In feite gaat het om een bewustzijnstoestand waartoe de mens zich kan verheffen.
Je mediteert bijvoorbeeld over waarheden die je niet kunt begrijpen, en na verloop van zekere tijd breekt het licht door: je begrijpt ze. Wat is er gebeurd? Waar komt dat begrip vandaan? De geest bezat het, maar het was een gebied dat je bewustzijn nog niet bereikt had. Daar schuilt de betekenis van de woorden van Jezus: door gebed en meditatie moet de mens zich terugtrekken in zijn geheime kamer, om daar openbaringen te ontvangen.
Zie ook ‘De weg van de stilte’, Izvor 229