In Genesis staat geschreven dat God de mens heeft geschapen naar Zijn beeld. Maar wanneer men spreekt over de sublieme toekomst die de mensheid wacht, zijn er heel weinig mensen die deze idee serieus nemen.
Als men echter aanneemt dat de mens werd geschapen naar het beeld van God, moet men logisch zijn en de gevolgen daarvan aanvaarden. En een van die gevolgen is juist dat er een goddelijke, sublieme toekomst wordt beloofd. Men heeft niet het recht de draagwijdte van deze waarheid te beperken, want welke toekomst heeft men anders voor ogen voor het beeld van God?
Zie ook ‘Een universele filosofie – broederschap als nieuwe vorm van bewustzijn’, Izvor 206