Wanneer een slang in een gat wil kruipen, steekt zij eerst haar kop door de opening en hoelang de rest van haar lijf ook is, de staart is verplicht te volgen, want de staart volgt altijd de kop. Je ziet niets bijzonders in dit beeld, maar het is een symbool van heel de goddelijke pedagogie. De kop of het hoofd is het vermogen na te denken, te redeneren, waardoor een richting wordt aangegeven, en de rest van het lichaam – dat wil zeggen de daden – moet onvermijdelijk volgen.
Zeg je: ‘Bij mij gaat het helemaal anders. Hoe vaak heb ik al beslist mijn luiheid en sensualiteit te overwinnen, om mij goed, rechtvaardig en edelmoedig te gedragen, en al die voornemens hebben tot niets geleid.’ Het spreekt vanzelf dat grote veranderingen niet onmiddellijk plaatsvinden, maar als je die voornemens voortdurend in je hoofd houdt, zul je op den duur toch uitvoeren wat je beslist hebt, net zoals de staart altijd de kop volgt. Al degenen die hebben volhard, die een goede houding hebben volgehouden, tenminste in hun geest, hebben gaandeweg alle weerstanden in zich overwonnen en zijn gaan handelen zoals de geest het hun opdroeg.
Zie ook ‘Ken uzelf – elementen en structuren van het psychische leven’, Izvor 222