De dualiteit is in feite slechts een uitdrukking van de eenheid. Het getal 1 is het eerste en enige getal. Alleen het getal 1 bestaat, dat moet je begrijpen. En wat stellen 2, 3, 4... voor? Verdelingen van 1. Men verdeelt 1 willekeurig in 2, 3, 4, 5, 6... en iedere verdeling wordt voorgesteld als een nieuw getal, terwijl het in feite slechts een ander aspect van 1 is.

Wat is de 2? De gepolariseerde 1. Neem een magneet: hij is gepolariseerd, maar hij is niet verdeeld, hij is en blijft één. Nergens kan de 2 gescheiden worden van de 1. Om het even welk voorwerp, of zelfs het menselijk wezen, heeft twee uiteinden, twee polen, maar blijft altijd één. En de 3? Wel, dat zijn de twee polen die verbonden blijven en die op elkaar inwerken om een wezen, een kracht of een voorwerp tot stand te brengen, en dat is dan de 3; maar 3 is evenmin gescheiden van 1. En 4, 5, zijn nog nieuwe aspecten van het getal 1; individueel bestaan zij niet, alleen 1 bestaat.

Zie ook ‘Het leven, meesterwerk van de geest’ Synopsis III, deel IX.3