Vertrouwen maakt bij mensen de beste eigenschappen wakker. Schenk iemand vertrouwen en je moedigt hem aan op het goede pad: hij is verplicht zijn best te doen, om te bewijzen dat je je niet in hem hebt vergist. Tussen degenen in wie je vertrouwen stelt, zullen zich natuurlijk altijd enkele personen bevinden die je verraden.
Maar omdat enkele mensen egoïstisch, boosaardig of ondankbaar zijn, hoef je ze niet allemaal te minachten, te verafschuwen en definitief af te wijzen. Als je zover gaat, ben je onwetend.
Wie de menselijke natuur kent, wie op de hoogte is van de magische wetten, blijft ernaar streven de anderen te verlichten, te helpen en gelukkig te maken, ondanks boosaardigheid en verraad.
Zie ook ‘De Mysteriën van Jesod – grondslagen van het spirituele leven’, verzameld werk deel 7, I.7